TRZ 12 T/W
6 Belangrijke Aanwijzing
6.1 Energie besparen
• Door verlaging van de ruimtetemperatuur
overdag of 's nachts bespaart u veel energie.
Door de ruimtetemperatuur met 1 k (°C) te
verlagen kunt u tot ca 5 % van de benodigde
energie besparen.
Aanwijzing: Laat de ruimtetemperatuur niet
beneden de +15°C verlagen.
Veel opwarmen verbruikt meer energie dan
een gelijkmatige warmte toevoer.
• Bij een goede isolatie van het gebouw wordt
de ingestelde verlaging mogelijk niet ge-
haald.
Daar de verwarming uitgeschakeld blijft,
wordt nog meer energie bespaart.
U kunt in dit geval het schakelpunt voor de
verlaging vroeger instellen.
• Voortdurend luchten met iets geopende ra-
men, onttrekt regelmatig de warmte uit deze
ruimte, zonder dat de omgevingslucht verbe-
terd.
Beter is kort, maar intensief te luchten, met
geheel geopende ramen.
Tijdens dit luchten, temperatuurregelaar op
een lagere waarde instellen.
7
Fouten opsporen
Klacht
Ingestelde ruimte-
temperatuur wordt niet
bereikt
Ingestelde ruimte-
temperatuur wordt over-
schreden
Te grote temperatuur-
schommelingen
Oorzaak
Thermostaatknop(pen) in montage-
ruimte van de ruimtetemperatuur-
regelaar geïnstalleerd
Aanvoertemperatuurkeuzeknop op
verwarmingsapparaat te laag inge-
steld
Montageplaats van de ruimte-
temperatuurregelaar ongunstig, bij-
voorbeeld buitenmuur, vlakbij ven-
ster of op plaats met tocht,...
Tijdelijke inwerking van externe
warmte op de ruimtetemperatuur-
regelaar, zoals zonnestralen, ruimte-
verlichting, televisie of open haard
6.2 Werking van de
ruimtetemperatuurregelaars
Aanwijzing: De ruimte (hoofdruimte) waarin
de ruimtetemperatuurregelaar is ingebouwd
bepaalt de temperatuur voor de overige
ruimten.
Dat betekent dat de ruimtetemperatuur in de
hoofdruimte de bepalende temperatuur voor
het complete verwarmingsnet is.
– Daarom moeten thermostaatgeregelde ver-
warmingsradiatoren altijd geheel worden ge-
opend als deze in de hoofdruimte zijn gemon-
teerd.
De thermostaatknoppen reduceren anders
de warmtetoevoer terwijl de regelaar om
steeds meer warmte vraagt.
– Omdat de ruimte waarin de ruimtetempera-
tuurregelaar is gemonteerd als regelruimte
werkt, kan externe warmte (zoals zonnestra-
len of een open haard) leiden tot een onvol-
doende verwarming van de overige ruimten
(verwarming blijft koud)
– Als in de bijruimten een lagere temperatuur
wordt gewenst of de verwarmingsradiator
geheel moet worden uitgezet, moeten de
(thermostatische) radiatorknoppen overeen-
komstig worden ingesteld.
Oplossing
Thermostaatknop laten vervangen
door handmatig bediende knop
of
thermostaatknop geheel openen
Aanvoertemperatuurkeuzeknop op
verwarmingsapparaat hoger instel-
len
Betere montageplaats kiezen
(zie hoofdstuk Montage)
Betere montageplaats kiezen
(zie hoofdstuk Montage)
21