c) als de goot voor de doorgang van de elektriciteitskabels erbuiten ligt,
moet de doos op maximaal 2 cm van de wand worden bevestigd om de
doorgang van de aansluitkabels achter de besturingseenheid mogelijk te
maken. NDA100 bestaat uit 4 afstandhouders en een beschermingscar-
ter voor de ingang van de kabels in de doos van de besturingseenheid.
Raadpleeg voor de installatie met behulp van deze (optionele) uitrusting
afb. 2-C.
Aansluiting
Kabel VOEDING BESTURINGSEENHEID
- driefasig
- eenfasig
MOTORKABEL
Kabel KNIPPERLICHT met antenne
Kabel FOTOCELLEN
Kabel SLEUTELSCHAKELAAR
SPIRAALKABEL voor veiligheidsrand
Opmerking 1 – Als de voedingskabel langer is dan de maximaal toegestane lengte, moet er een kabel met een grotere doorsnede worden gebruikt
Opmerking 2 - Deze 2 kabels kunnen worden vervangen door 1 enkele kabel van 4 x 0,5 mm
LET OP! – De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor het type omgeving waar de automatisering geïnstalleerd wordt.
A
LED SAFETY
= LED veiligheidsketen
LED L2
= LED OK (groen)
LED L1
= LED Warning (rood)
slot voor invoeren kaart
OUT
=
accessoire NDA040 uitbreiding
uitgangen
DIP SWITCH voor program-
PROG
=
mering
ENCODER
= elektronische eindaanslag
externe ingangen (Gemeen-
schappelijk, Openen, Sluiten,
Ing1, PHOTO)
8 - com (+24Vdc gemeen-
INPUT
=
schappelijk)
9 - open (openen)
10 - close (sluiten)
11 - photo (ing1)
ALT
= klem HALT
alleen voor motoren met me-
chanische eindaanslag (laat niet
SAFE
=
aangesloten bij motoren met
elektronische eindaanslag)
LIMIT
= mechanische eindaanslag
SWITCH
STOP klem gebruikt voor veilig-
heidsrand 8K2 of OSE
STOP
=
5 - positief (+) veiligheidsrand
6 - signaal veiligheidsrand
7 - negatief aarding (-)
connector voor interface IBT4N
IBT4N
=
(niet meegeleverd)
connector voor de aansluiting
OXI
=
van de radio-ontvangers met
SM aansluiting (SMXI/OXI)
= antenne
= aardaansluiting
PE
connector voor de aansluiting
LINE
=
van de driefasen- of eenfase-
voedingslijn
F1, F2, F3, F4: zie Technische
FUSES
=
Eigenschappen"
MOTOR
= motor
4 – Nederlands
All manuals and user guides at all-guides.com
TABEL 1 - Technische kenmerken van de elektriciteitskabels
Kabeltype
4 x 1 mm
2
3 x 0,75 mm
2
voor Nice reductiemotoren zijn speciale kabels
verkrijgbaar als accessoire.
voor reductiemotoren van andere merken dient u
contact op te nemen met de motorfabrikant
2 x 1 mm
(voor knipperlicht 230Vac)
2
afgeschermde kabel type RG58 (voor antenne)
4 x 0,5 mm
2
2 kabels 2 x 0.25 mm
spiraalkabel van Nice verkrijgbaar als accessoire
LED SAFETY
ENCODER
INPUT
ALT
SAFE
LIMIT SWITCH
STOP
IBT4N
OXI
04. Nu is het mogelijk om alle elektrische aansluitingen uit te voeren: raadpleeg
hiervoor hoofdstuk 3.
Raadpleeg voor de installatie van de andere inrichtingen van de automatisering
de betreffende instructiehandleidingen.
2
2
OUT
LED L1
(+ com)
(– GND)
Maximaal toegestane lengte
5 m (opmerking 1)
2 m (opmerking 1)
5 - 7 - 11 m
10 m
10 m
10 m (opmerking 2)
50 m
LED L2
PROG
PE
LINE
FUSES
MOTOR