34. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
aandrijfsysteem voor het juiste gebruik van de
gashendel en schakelaar.
35. Leg tijdens of na gebruik het warme apparaat
niet op droog gras of brandbare materialen.
36. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het aan-
drijfsysteem voor informatie over het starten
en bedienen van het apparaat.
Brandstof bijvullen
1.
Zet de motor uit voordat u brandstof bijvult.
Blijf uit de buurt van open vuur en vonken.
Rook nooit tijdens het bijvullen van de
brandstof. Anders kan brand en/of een explosie
ontstaan.
2.
Vul brandstof alleen bij in de open lucht. Als u
brandstof bijvult in een afgesloten vertrek, kan de
brandstofdamp exploderen.
3.
Vermijd contact met brandstof en motorolie.
Adem geen brandstofdampen in. Als brandstof
of olie wordt gemorst, veegt u het onmiddellijk
van het apparaat of de grond af. Als brandstof
wordt gemorst op uw kleren, moet u onmiddel-
lijk andere kleren aantrekken om te voorkomen
dat deze vlam vatten.
4.
Draai na het bijvullen van brandstof de
brandstoftankdop stevig vast en controleer
op brandstoflekkage. Start de motor op een
afstand van minstens 3 m van de brandstof-
bron en bijvulplaats.
5.
Vervoer en bewaar brandstof uitsluitend in
goedgekeurde jerrycans. Houd kinderen uit de
buurt van de opgeslagen brandstof.
Vervoeren
1.
Zet de motor uit tijdens het vervoeren. Anders
kan door onbedoeld starten kan letsel ontstaan.
2.
Verzeker u ervan dat tijdens vervoer per auto
het apparaat op een veilige plaats ligt om te
voorkomen dat er brandstof uit lekt.
3.
Til het hele apparaat op van de grond wanneer
u het apparaat draagt. Als u het apparaat sleept,
wordt de brandstoftank beschadigd en een lekk-
age veroorzaakt waardoor brand ontstaat.
4.
Wanneer u het gereedschap vervoert, draagt
u het horizontaal door de schacht vast te pak-
ken. Houd de hete uitlaatdemper uit de buurt
van uw lichaam.
Trillingen
1.
Blootstelling aan buitensporige trillingen
beschadigt de bloedvaten of het zenuwstelsel
van de gebruiker en veroorzaakt de volgende
symptomen in de vingers, handen of polsen:
'slapen' (gevoelloosheid), tintelen, pijn, ste-
kend gevoel, veranderen van huidskleur of
van de huid. Als een van deze symptomen zich
voordoet, raadpleegt u uw dokter.
Om de kans op deze 'witte-vingerziekte' te
verkleinen, houdt u uw handen warm tijdens
gebruik en onderhoudt u het apparaat en de
accessoires goed.
Onderhoud en opbergen
1.
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroe-
ven stevig vastgedraaid zijn om er zeker van te
zijn dat de bladblazer altijd veilig kan worden
gebruikt.
2.
Als de onderdelen versleten of beschadigd
zijn, vervangt u deze door onderdelen geleverd
door Makita.
3.
Berg de bladblazer op een droge plaats op
buiten bereik van kinderen.
4.
Wanneer u de bladblazer stopt voor inspectie,
onderhoud, opslag of het verwisselen van
accessoires, schakelt u de bladblazer uit en
verzekert u zich er eerst van dat alle bewe-
gende delen volledig tot stilstand zijn geko-
men en verwijdert u daarna de accu of trekt u
de bougiekap eraf. Laat de bladblazer afkoelen
voordat u enige werkzaamheden aan de blad-
blazer uitvoert. Onderhoud de bladblazer zorg-
vuldig en houd hem schoon.
5.
Laat de bladblazer altijd eerst afkoelen voordat
u hem opbergt.
Stel de bladblazer niet bloot aan regen. Bewaar
6.
de bladblazer binnenshuis.
Wanneer u de bladblazer optilt, moet u uw
7.
knieën buigen en bent u voorzichtig uw rug
niet te bezeren.
Om de kans op brand te verkleinen, mag u
8.
nooit onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uitvoeren in de buurt van een vuur.
9.
Verwijder altijd stof en vuil vanaf het gereed-
schap. Gebruik voor dit doel nooit benzine,
wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan lei-
den tot verkleuren, vervormen of barsten van de
kunststofdelen.
10. Draai na gebruik alle schroeven en moeren
vast, uitgezonderd de stelschroeven van de
carburateur.
11.
Probeer geen onderhoud of reparatie uit te
voeren die niet in deze gebruiksaanwijzing of
de gebruiksaanwijzing van het aandrijfsysteem
wordt beschreven. Vraag ons erkend servicecen-
trum om dergelijke werkzaamheden uit te voeren.
12. Volg de instructies voor het smeren en het
vervangen van accessoires.
13. Gebruik altijd uitsluitend originele vervan-
gingsonderdelen en accessoires. Als u onder-
delen of accessoire van derden gebruikt, kan
het gereedschap defect raken, eigendommen
worden beschadigd en/of ernstig letsel worden
veroorzaakt.
14. Verzoek regelmatig ons erkend service-
centrum om het apparaat te inspecteren en
onderhouden.
15. Alvorens het apparaat op te bergen, voert u
alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaam-
heden uit. Trek de bougiekap eraf of verwijder
de accu. Tap de brandstof af nadat de motor is
afgekoeld.
16. Laat het gereedschap nooit ergens tegenaan
leunen, zoals tegen een muur. Als u dit doet, kan
het plotseling vallen en letsel veroorzaken.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant. Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
39 NEDERLANDS