• Plaats het product niet in de buurt van storing
veroorzakende bronnen, metalen frames, computers,
televisietoestellen, enz. Elektronische apparatuur alsmede
metalen kozijnen hebben een negatieve invloed op de
werking van het product.
• Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan
zware schokken of stoten.
• Open het product niet en gebruik het niet meer als het
beschadigd is.
• Probeer niet het product zelf te onderhouden of te
repareren. Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
door vakpersoneel uitvoeren.
• Het verpakkingsmateriaal mag absoluut niet in handen van
kinderen komen; verstikkingsgevaar.
• Het verpakkingsmateriaal direct en overeenkomstig de
lokaal geldende afvoervoorschriften afvoeren.
• Verander niets aan het toestel. Daardoor vervalt elke
aanspraak op garantie.
Waarschuwing - Batterijen
• Lege batterijen direct uit het product verwijderen en
afvoeren.
• Gebruik uitsluitend accu's (of batterijen), welke met het
vermelde type overeenstemmen.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen tegelijkertijd
alsmede geen batterijen van een verschillende soort of
fabrikaat.
• Neemt u absoluut de juiste polariteit (opschrift
+ en -) van de accu's in acht en plaatst u deze
dienovereenkomstig. Indien de accu's verkeerd worden
geplaatst kunnen deze gaan lekken of zelfs exploderen.
• Gebruik uitsluitend accu's (of batterijen), welke met het
vermelde type overeenkomen.
• De batterij niet opladen.
• Batterijen buiten het bereik van kinderen opbergen.
• De accu's/batterijen niet kortsluiten en uit de buurt van
blanke metalen voorwerpen houden.
4. Inbedrijfstelling
Aanwijzing
Let erop dat bij de inbedrijfstelling de batterijen altijd eerst
in het meetstation, en dan pas in het basisstation worden
geplaatst.
4.1 Meetstation
• Open het batterijvakje (21) en plaats 2 AA-batterijen
met de polen (+) en (-) in de juiste richting.
• Selecteer met de schuifschakelaar (20) het kanaal
waarop het desbetreffende meetstation dient uit te
zenden. Elk van de 3 meetstations moet een ander kanaal
gebruiken!
• Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer.
4.2 Basisstation
• Open het batterijvakje (15) en plaats 3 AAA-batterijen
met de polen (+) en (-) in de juiste richting.
• Sluit vervolgens het deksel van het batterijvakje weer.
4.3 Batterijen vervangen
Aanwijzing – Batterijen vervangen
• Denk er na het vervangen van de batterijen van het
meet- of basisstation steeds aan dat er een nieuwe
synchronisatie van deze stations moet worden
uitgevoerd.
• Verwijder daartoe de batterijen uit het andere station
en plaatst ze opnieuw of vervang ze eventueel als dat
nodig is.
Meetstation
• Indien het symbool
van de meetwaarden één van de drie meetstations (5/6/7)
wordt weergegeven, vervang dan de 2 AA-batterijen van
het desbetreffende meetstation door 2 nieuwe batterijen.
• Open het batterijvakje (21), verwijder de verbruikte
batterijen, voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften
af en plaats 2 nieuwe AAA-batterijen. Let daarbij op de
juiste polariteit (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel van
het batterijvakje weer.
op het basisstation in het bereik
39