Nederlands
Lees deze handleiding aandachtig door vóór u het toestel
plaatst en bewaar ze zodat u ze later nog kunt raadplegen.
Breng nooit wijzigingen aan de detector aan; de gebruiker
kan geen enkel onderdeel aan de binnenkant van het
toestel zelf onderhouden of herstellen. U mag dit toestel
niet gebruiken met dimmers. Plaats deze detector volgens
de IEC-normen voor elektrische installatie (harde kabel Ф
0,75~1,50 mm).
De detector moet worden geplaatst door een erkend
elektricien.
Gelieve rekening te houden met de volgende opmerkingen:
1. We raden ten stelligste aan om, voor u begint met het
plaatsen van de installatie, om de hoofdschakelaar van
eender welke elektrische installatie uit te zetten (u loopt
dan niet langer gevaar op elektrocutie).
2. Zekering: 6,3 A/250 VCA, â 5x 20 mm.
INSTALLATIE
• Schakel de stroom uit.
• Verwijder de transparante vinylkap die zich onderaan de
sensor bevindt.
• Draai de schroeven in de aansluitklem los, sluit de stroom-
toevoer en de nominale belasting aan op de aansluitklem
van de sensor volgens het aansluitschema.
• Draai de schroeven aan, plaats de transparante vinylkap
terug op de oorspronkelijke positie.
• Vouw de metalen sensorveer naar voren tot ze zich in «I»
positie bevindt ten opzichte van de sensor. Plaats dan
de sensor in het gat of de installatiedoos die zich in het
plafond bevindt, volgens grootte van het item. Wanneer
u de veer losmaakt, zal de sensor in deze installatiepositie
worden gebracht.
• Na de plaatsing kan de stroomtoevoer naar de sensor
worden ingeschakeld en kan hij worden getest.
AANSLUITSCHEMA:
(volgens tekening rechts)
: (volgens de tekening):
fr1