Nederlands
Bij het reinigen mogen geen
gevaarlijke stoffen
(bijv. asbest, olie) van het te
reinigen object in het milieu
terechtkomen. Beslist de
betreffende milieurichtlijnen in
acht nemen!
Geen oppervlakken waarin
asbestcement is verwerkt
afspuiten met een
hogedrukstraal. Behalve vuil
kunnen ook gevaarlijke
asbestvezels vrijkomen die de
longen kunnen aantasten. Dit
gevaar is vooral aanwezig
nadat het behandelde
oppervlak is opgedroogd.
Kwetsbare componenten van
rubber, stof, en dergelijke niet
met een rotorstraal, bijv. met
de rotorsproeier reinigen.
Tijdens het reinigen op
voldoende afstand tussen de
hogedruksproeier en het
oppervlak letten om
beschadiging van het te
reinigen oppervlak te
voorkomen.
De hendel van het spuitpistool
moet soepel bewegen en
automatisch in de
uitgangsstand terugkeren
nadat hij is losgelaten.
208
De spuitinrichting met beide
handen vasthouden om de
controle erover niet te
verliezen door de
terugstootkracht of door het
koppel dat ontstaat bij een
gebogen spuitlans.
De hogedrukslang niet
knikken en hiermee geen
lussen vormen.
De netkabel en de
hogedrukslang niet
beschadigen door hier
overheen te rijden, deze af te
knellen of door eraan te
trekken, beschermen tegen
hitte en olie.
De netkabel niet met de
hogedrukstraal in aanraking
laten komen.
Als het apparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld
van buitenaf, door stoten of
vallen) werd uitgeschakeld, dit
voor het opnieuw in gebruik
nemen beslist op een
bedrijfszekere staat
controleren – zie ook "Voor
aanvang van de
werkzaamheden". Vooral de
correcte werking van de
veiligheidsinrichtingen
controleren. Een niet-
bedrijfszeker apparaat in
geen geval verder gebruiken.
In geval van twijfel contact
opnemen met een
geautoriseerde dealer.
Voor het achterlaten van het
apparaat: het apparaat
uitschakelen – de netsteker uit
de contactdoos trekken.
Veiligheidsinrichting
Een ontoelaatbaar hoge druk
wordt bij het aanspreken van
de veiligheidsinrichting via
een overstroomklep
teruggevoerd naar de
aanzuigzijde van de
hogedrukpomp. De
veiligheidsinrichting is af
fabriek ingesteld en mag niet
worden versteld.
Na de werkzaamheden
Het apparaat uit -
schakelen
voordat dit wordt
achtergelaten!
De netsteker uit de
–
contactdoos trekken
De waterslang tussen het
–
apparaat en het
waterleidingnet
loskoppelen
RE 109, RE 119, RE 129 PLUS