5 Controleer de werking van alle veiligheidsinrichtingen van de installatie (foto-
cellen, veiligheidslijst, enz.) één voor één. Als een inrichting ingrijpt, knippert
de led "BLUEBUS" op de besturingseenheid 2 keer sneller ter bevestiging
van de plaatsgevonden herkenning.
6 Als de gevaarlijke situaties veroorzaakt door de beweging van de hekdeu-
ren beschermd zijn door de beperking van de botskracht moet de kracht
worden gemeten volgens norm EN 12445. Als de controle van de "kracht
van de reductiemotor" wordt gebruikt als hulpmiddel van het systeem om
de botskracht te verminderen, probeert en zoekt u tenslotte de afstelling,
die voor de beste resultaten zorgt.
5.2 - Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling kan uitsluitend plaatsvinden na alle testfasen met
positief resultaat te hebben verricht.
1 Stel een technisch dossier van de automatisering samen, dat de volgende
documenten moet bevatten: een allesomvattende tekening van de automa-
tisering, het schema van de verrichte elektrische aansluitingen, het on derzoek
6
PROGRAMMERING VAN DE
BESTURINGSEENHEID
Op de besturingseenheid zitten 3 toetsen: OPEN (), STOP (SET), CLOSE
(u). Deze toetsen kunnen zowel gebruikt worden om de besturingseenheid
te bedienen gedurende de testfasen, als om de beschikbare functies te pro-
grammeren. De beschikbare programmeerbare functies kennen 2 niveaus en
de werkingsstatus ervan wordt aangegeven door de 8 led's (L1 ... L8) op de
besturingseenheid ( led aan = functie actief; led uit = functie niet actief).
De programmeertoetsen gebruiken:
OPEN (): – toets voor het aansturen van de openingsbeweging van de poort;
– selectietoets in programmeerfase.
Led
Functie
L1
Automatische sluiting
L2
Sluit na foto
L3
Sluit altijd
L4
Stand-by alles
L5
Elektrisch slot / Gebruikerslicht
L6
Voorwaarschuwing
L7
"Sluit" wordt "Open gedeeltelijk 1"
L8
"Lampje poort open" of "Lampje
onderhoud"
01. Houd de toets "Set" circa 3 seconden ingedrukt;
02. Laat de toets los wanneer de led "L1" begint te knipperen;
03. Druk op de toets "" of "u" om de knipperende led te verplaatsen naar de led die de te wijzigen functie vertegenwoordigt;
04. Druk op de toets "Set" om de status van de functie te veranderen:
(kort knipperen = OFF - lang knipperen = ON);
05. Wacht 10 seconden (maximumtijd) om de programmering af te sluiten.
Opmerking – Om andere functie op "ON" of "OFF" te programmeren dient u, gedurende het uitvoeren van de procedure de punten 03 en 04 gedurende
de fase zelf te herhalen.
TABEL 3 - Functies eerste niveau
Beschrijving
Functie ACTIEF: na een openingsmanoeuvre wordt een pauze ingelast (waarvan de duur gelijk is aan de gepro-
grammeerde Pauzetijd) nadat deze tijd is verstreken, start de besturingseenheid automatisch een sluitmano-
euvre. De fabriekswaarde van de Pauzetijd is 30 sec.
Functie NIET ACTIEF: de werking is van het "semi-automatische" type.
Functie ACTIEF: indien gedurende de openings- of sluitmanoeuvre de fotocellen in werking treden, wordt de
pauzetijd gereduceerd tot 5 sec. onafhankelijk van de geprogrammeerde pauzetijd.
Met gedeactiveerde "automatische sluiting" wordt, indien gedurende het sluiten de fotocellen in werking tre-
den, de "automatische sluiting" met de geprogrammeerde "pauzetijd" geactiveerd.
Functie ACTIEF: in het geval van een stroomuitval, ook indien deze van korte duur is, zal de besturingseen-
heid bij het terugkeren van de stroom een geopende poort detecteren en automatisch een sluitmanoeuvre
starten, voorafgegaan door 5 sec. voorwaarschuwing.
Functie NIET ACTIEF: bij het terugkeren van de stroom blijft de poort waar hij is.
Functie ACTIEF: 1 minuut na afloop van de manoeuvre zal de besturingseenheid de uitgang "BlueBus" (inrich-
tingen aangesloten), de Bus T4 (inrichtingen aangesloten), de uitgangen flash, ELS en sca, enkele interne
circuits en alle led's, met uitzondering van de Led BlueBus, die langzamer gaat knipperen, uitschakelen.
Wanneer de besturingseenheid een instructie ontvangt, wordt de normale werking hersteld (met een korte
vertraging). Deze functie heeft het doel het stroomverbruik te verminderen; dit is belangrijk bij voeding op
batterijen of zonnepanelen.
Functie ACTIEF: de uitgang "elektrisch slot2 schakelt zijn functie om naar "gebruikerslicht".
Functie NIET ACTIEF: de uitgang werkt als elektrisch slot.
Functie ACTIEF: het is mogelijk een pauze van 3 seconden in te lassen tussen de inschakeling van het knipper-
licht en het begin van de manoeuvre, om op tijd te waarschuwen voor een gevarensituatie.
Functie NIET ACTIEF: de signalering van het knipperlicht valt samen met het begin van de manoeuvre.
Functie ACTIEF: de ingang "Close" van de besturingseenheid schakelt zijn werking om naar "Open Gedeeltelijk 1".
Functie ACTIEF: de uitgang 2lampje poort open" van de besturingseenheid schakelt zijn werking om naar
"lampje onderhoud".
Functie NIET ACTIEF: de uitgang werkt als "lampje poort open"
TABEL 4 - Procedure voor programmering eerste niveau
van de aanwezige gevaren en de bijbehorende aangenomen oplos singen, de
verklaring van overeenstemming van de fabrikant van alle gebruikte inrichtingen
en de verklaring van overeenstemming die door de installateur is opgemaakt.
2 Breng een plaatje op het hek aan met ten minste de volgende gegevens:
soort automatisering, naam en adres van de fabrikant (verantwoordelijke
van de "inbedrijfstelling"), serienummer, bouwjaar en "CE" markering.
3 Stel de verklaring van overeenstemming op en geef ze aan de eigenaar van
de automatisering.
4 Stel de "Gebruikshandleiding" van de automatisering op en geef ze aan
de eigenaar van de automatisering.
5 Stel het "Onderhoudsprogramma" op, met de onderhoudsvoorschriften
van alle inrichtingen van de automatisering en geeft het aan de eigenaar van
de automatisering.
6 Voordat u de automatisering in bedrijft stelt, informeert u de eigenaar goed
over de gevaren en restrisico's die er nog zijn. Voor de geciteerde documen-
tatie stelt Nice via haar technische servicedienst het volgende ter beschikking:
handleidingen, leidraden en reeds ingevulde formulieren. Zie ook: www.nice-
service.com
STOP/SET: toets voor het onderbreken van een manoeuvre; als hij meer dan 5
seconden ingedrukt wordt gehouden, activeert hij de programmeerfase.
CLOSE (u): – toets voor het aansturen van de sluitbeweging van de poort; –
selectietoets in programmeerfase.
6.1 - Programmering eerste niveau (ON-OFF)
Alle functies van het eerste niveau zijn in de fabriek ingesteld op "OFF" en kun-
nen op elk gewenst moment gewijzigd worden. Om de verschillende functies te
controleren, zie Tabel 3. Voor de programmeerprocedure, zie Tabel 4.
BELANGRIJK – De programmeerprocedure kent een tijd van maximaal 10
seconden tussen het indrukken van de ene en de andere toets. Nadat deze tijd
verstreken is, wordt de procedure automatisch afgesloten, waarbij de tot op
dat moment aangebrachte wijzigingen worden opgeslagen.
SET
3 s
SET
L1
of
SET
10 s
Nederlands – 7