3. Voor aansluiting op een computer, steek het andere uiteinde van de Ethernetkabel in een
beschikbare Ethernetpoort van uw computer.
4. Voor aansluiting op een modem / router, steek het andere uiteinde van de Ethernetkabel in een
beschikbare Ethernetpoort van uw modem / router.
5. Controleer of het PLC linklampje constant groen is.
6. Uw HomePlug is nu verbonden in het netwerk.
Hoofdstuk 2: Individueel HomePlug AV Netwerk Instellen (optioneel)
Omdat alle HomePlug eenheden inderdaad een standaard beveiligingswachtwoord hebben, worden
ze automatisch verbonden met alle andere HomePlug eenheden die dezelfde elektriciteitlijn delen. Als
er andere HomePlug eenheden in het gebouw zijn (zoals op kantoor of in een flatgebouw), wilt u
eventueel een individuele HomePlug netwerkgroep creëren zodat de andere HomePlug eenheden
geen verbinding kunnen maken met uw netwerk. De sectie hieronder beschrijft hoe u de
beveiligingtoets kunt gebruiken om in bepaalde situaties de configuratie aan te passen.
2.1
Een nieuw individueel HomePlug AV Netwerk creëren (Netwerk AB)
Twee ongeassocieerde HomePlug eenheden (A en B) vormen een netwerk.
De procedure verloopt als volgt:
1. Houd de beveiligingtoets op HomePlug A voor ca. 10 seconden ingedrukt. Laat los zodra het
aan/uitlampje knippert. Het wachtwoord voor toegang tot HomePlug A is nu gewist. Het moet
worden verbonden met uw netwerk om het nieuwe beveiligingswachtwoord voor het netwerk te
gebruiken.
2. Doe hetzelfde voor HomePlug B.
3. HomePlug A en B zijn nu afzonderlijk met het netwerk verbonden.
4. Houd de beveiligingtoets op HomePlug A voor 2 seconden ingedrukt en laat vervolgens los.
5. Het aan / uitlampje op brug A begint te knipperen.
6. Houd binnen 120 seconden de beveiligingtoets op HomePlug B voor 2 seconden ingedrukt en laat
vervolgens los.
7. Beide HomePlug A en B zijn nu samen over het netwerk verbonden.
22