WERKING - Ventileren
1. Steek de stekker in het stopcontact. Het apparaat
geeft
een pieptoon, dat is normaal.
2. Druk op de "on/off" knop (zie figuur 6.1) op het
bedieningspaneel. Het apparaat begint te ventileren
op de laagste snelheid.
3. Druk één of meerdere malen op de "speed" knop
(zie figuur 6.4) om te kiezen tussen lage, gemiddelde
of hoge snelheid dit wordt aangegeven door "low",
"med" of "high" aan (zie figuur 6.3).
4. Druk op de "swing" knop (zie figuur 6.5) om te
zwenkstand in te schakelen. De ventilatorkolom
beweegt van links naar rechts, waardoor u een groter
gedeelte van de ruimte kunt ventileren.
Druk nogmaals op de "swing" knop om de zwenkstand
uit te schakelen.
5. Druk nogmaals op de "on/off" knop om het apparaat
uit te schakelen.
6. Neem na gebruik de stekker uit het stopcontact.
WERKING - Timer instellen
Het apparaat is voorzien van een tijdschakelaar waarmee u de ventilator automatisch kunt laten uitschakelen
aan het einde van een ingestelde tijd. Druk één of meerdere malen op de "timer" knop (zie figuur 6.2) om
de uitschakeltijd tussen 0,5 en 7,5 uur in te stellen. Dit gebeurt in stappen van 0,5 uur. De ingestelde
uitschakeltijd zal worden weergegeven door verschillende rode lichtjes op het bedieningspaneel (zie figuur
6.6). Blijf herhaaldelijk drukken op de "timer" knop om de timerfunctie uit te schakelen, dit gebeurt bij de
stand na "7,5 uur".
WERKING - Afstandsbediening
Het apparaat kan ook via de bijgeleverde afstandsbediening bediend worden. De afstandsbediening werkt
op een CR2025-knoopcelbatterij (inbegrepen). De knoppen op de afstandsbediening werken hetzelfde als
de knoppen op het bedieningspaneel.
TIPS
Voor een optimale werking:
•
Zorg dat de afstand tussen de ventilator en de afstandsbediening niet groter is dan 6 meter.
•
Richt de afstandsbediening op het apparaat en zorg voor een richtingshoek kleiner dan 30 graden.
REINIGING EN ONDERHOUD
Na verloop van tijd kan er stof blijven zitten in het uitblaasrooster en tussen de vinnen van de ventilator.
Verwijder met een handveger en/ of stofzuiger het stof.
LET OP:
•
Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netvoeding als u hem gaat schoonmaken.
•
Zorg ervoor dat er geen vocht binnenin het apparaat komt.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen
of harde borstels) bij het reinigen.
19
NL
6