6. Elektrische aansluitingen
Functietabel
Selecteer eenheidnummer 00
Modus
Automatisch herstel van stroomuitval
Binnentemperatuurdetectie
LOSSNAY-verbinding
Stroomsterkte
Automatisch (uitsluitend voor PUHZ)
Selecteer eenheidnummers 01 tot en met 03 of alle nummers (AL [afstandsbediening met snoer] / 07 [draadloze afstandsbediening])
Modus
Filterteken
Ventilatorsnelheid
Aantal luchtuitlaten
Geïnstalleerde opties (hoge prestatiefilter)
Blad omhoog/omlaag
Luchtstroom bij energiebesparing
(bij verwarmen)
*1 Als de voeding terugkeert, zal de airconditioning 3 minuten later beginnen.
*2 Automatisch herstel van de initiële instellingen bij een stroomstoring is afhankelijk van het aangesloten buitenapparaat.
7. Proefdraaien
7.1. Voordat u gaat proefdraaien
s Controleer nadat u de binnen-en buitenapparaten, inclusief pijpen en be-
drading, volledig heeft geïnstalleerd het geheel op lekken van koelstof, losse
elektrische contacten in voeding of besturingsbedrading en polariteit en
controleer of er geen verbreking van een fase in de voeding is.
s Controleer met behulp van een megohmmeter van 500 volt of de weerstand
tussen de netspanningsaansluitpunten en de aarde minimaal 1,0 MΩ Ω Ω Ω Ω bedraagt.
F
E
D B
TEST RUN
C
COOL, HEAT
˚C
˚C
SIMPLE
TEMP.
ON/OFF
MENU
ON/OFF
FILTER
BACK
MONITOR/SET
DAY
CHECK
OPERATION
PAR-21MAA
CLOCK
CLEAR
H G
I
7
MODE
3,4
CHECK
TEST RUN
2
Fig. 7-2
50
Instellingen
Niet beschikbaar
Beschikbaar
Binnenapparaat gemiddelde werking
Instellen met afstandsbediening van binnenapparaat
Interne sensor van afstandsbediening
Niet ondersteund
Ondersteund (binnenapparaat is niet voorzien van buitenluchttoevoer)
Ondersteund (binnenapparaat is voorzien van buitenluchttoevoer)
240 V
220 V, 230 V
De energiebesparingscyclus wordt automatisch ingeschakeld
De energiebesparingscyclus wordt automatisch uitgeschakeld
Instellingen
100 uur
2500 uur
Geen filtertekenindicator
Standaard (PLH/PLA)/Stil (PCH/PCA)
Hoog plafond 1 (PLH/PLA)/Standaard (PCH/PCA)
Hoog plafond 2 (PLH/PLA)/Hoog plafond (PCH/PCA)
4 richtingen
3 richtingen
2 richtingen
Niet ondersteund
Ondersteund
Geen bladen
Voorzien van bladen (Lamelinstelling 1)
Voorzien van bladen (Lamelinstelling 2)
Uitgeschake
ldIngeschakeld
A Knop ON/OFF
B Weergave TEST RUN
(proefdraaien)
C Temperatuurweergave
omgeving/vloeistofleiding
D ON/OFF-lampje
E Stroomweergave
F Weergave van foutcode
A
Weergave van resterende
looptijd van test
TEST
G Instellingsknop temperatuur
H Keuzeknop werkingsmodus
I Knop ventilatorsnelheid
M Knop TEST (test)
M
Fig. 7-1
A
TEST RUN
ON/OFF
TEMP
FAN
AUTO STOP
5
VANE
AUTO START
6
LOUVER
h
min
SET
RESET
CLOCK
Modusnummer Instellingsnummer Begininstelling Instelling
*1
Modusnummer Instellingsnummer Begininstelling Instelling
s Voer deze test niet uit op de aansluitpunten van de besturingsbedrading
(laagspanningscircuit).
Waarschuwing:
U mag de airconditioner niet gebruiken als de isolatieweerstand minder dan
1,0 MΩ Ω Ω Ω Ω bedraagt.
Isolatieweerstand
7.2. Proefdraaien
De volgende 3 methodes zijn mogelijk.
7.2.1. Afstandsbediening met draad (Fig. 7-1)
1 Schakel het apparaat minimaal 12 uur voor het proefdraaien in.
2 Druk tweemaal op de toets [TEST]. ➡ "TEST RUN" in het LCD-venster
3 Druk de toets [Mode selection] (Moduskeuze) in. ➡ Controleer of er lucht wordt
uitgeblazen.
4 Druk op de toets [Mode selection] (Moduskeuze) en schakel over naar de werk-
stand koelen (of verwarmen). ➡ Controleer of er koude (of warme) lucht wordt
uitgeblazen.
5 Druk op de toets [Fan speed] (Windsnelheid). ➡ Controleer of de luchtuitstroom-
snelheid verandert.
6 Controleer de ventilator van het buitenapparaat op een goede werking.
7 Schakel het proefdraaien uit met de [ON/OFF] (AAN/UIT)-toets ➡ Stop
8 Leg een telefoonnummer vast.
Het telefoonnummer van de reparatiewerkplaats, het verkoopkantoor, enz., kan in de
afstandsbediening worden vastgelegd, zodat u contact op kunt nemen als er zich een
storing voordoet. Het telefoonnummer wordt dan getoond als er zich een fout voor-
doet. Zie voor het registreren de bedieningshandleiding van het binnenapparaat.
7.2.2. De draadloze afstandsbediening gebruiken (Fig. 7-2)
1 Schakel minstens 12 uur voor het proefdraaien de netspanning op het apparaat.
2 Druk twee keer achter elkaar op de toets
(Voer deze handeling uit wanneer het display van de afstandsbediening is uitge-
schakeld.)
A
en de huidige stand worden weergegeven.
TEST RUN
MODE
3 Druk op de
stellen; controleer daarna of er koude lucht uit het apparaat wordt geblazen.
MODE
4 Druk op de
-toets om de
te stellen; controleer daarna of er verwarmde lucht uit het apparaat wordt geblazen.
FAN
5 Druk op de knop
en controleer of het toerental van de ventilator verandert.
VANE
6 Druk op de VANE
(lamellen)-toets en controleer of het automatische lam-
ellenrooster goed werkt.
7 Druk op ON/OFF (AAN/UIT) om het proefdraaien te beëindigen.
Opmerking:
• Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van het binnen-
apparaat en voer de stappen 2 t/m 7 uit.
• Het apparaat kan in de werkstanden VENTILATOR, DROGEN en AUTO niet in
werking worden gezet.
1
*2
01
2
*2
1
02
2
3
1
03
2
3
1
04
2
1
05
2
1
07
2
3
1
08
2
3
1
09
2
3
1
10
2
1
11
2
3
1
12
2
TEST RUN
.
-toets om de
(koel)-stand in werking te
COOL
(verwarming)-stand in werking
HEAT