2-9
2-8
2,5 – 5 mm
Controleer de functie van de pendelbe-
schermkap [2-7].
Inschakelen en uitschakelen
Inschakelen:
Inschakelblokkering [1-1] bedienen.
Aan/uit-schakelaar [1-2] indrukken en in-
gedrukt houden.
Let op: de aan/uit-schakelaar [1-2] kan
niet worden vergrendeld.
Uitschakelen:
Aan/uit-schakelaar [1-2] loslaten.
7
Instelling
WAARSCHUWING
Kans op ongevallen door elektrische
stroom.
► Trek vóór elke handeling met het gereed-
schap de netstekker uit de contactdoos.
7.1 Motor-electronic
Aanloopstroombegrenzing
De elektronisch geregelde zachte aanloop
zorgt voor schokvrij aanlopen van de ma-
chine. Door de geringe aanloopstroom van
de machine is een zekering van 16 A vol-
doende.
Verlaagd onbelast toerental
De electronic verlaagt het toerental van de
machine bij onbelast lopen. Daardoor on-
staat minder geluid en minder slijtage van
motor en transmissie.
Constant-electronic
De constant-electronic houdt het toerental
bij onbelast en belast lopen vrijwel constant.
Dit waarborgt gelijkmatige voorwaartse be-
weging en een glad zaagbeeld.
2,5 – 5 mm
Elektronische beveiliging tegen
overbelasting
Bij extreme overbelasting van de machine
beschermt een elektronische beveiliging te-
gen overbelasting de motor tegen bescha-
diging. In dit geval blijft de motor stilstaan
en start pas weer bij verminderde aandruk-
kracht resp. als deze wordt ontlast.
Thermische beveiliging
Ter bescherming tegen oververhitting bij ex-
treme continubelasting schakelt de beveili-
gingelektronica de motor uit bij het bereiken
van een kritische temperatuur.
Na een afkoelingstijd van ca. 3 – 5 min. is de
machine weer gereed voor gebruik en volle-
dig belastbaar.
Bij een bedrijfswarme machine reageert de
thermische beveiliging eerder.
Diodensignalering
De groene diode (lampje) [1-6] waarschuwt
de gebruiker, dat de machine werkt. Als de
rode diode gaat branden [1-5] betekent dit
dat de machine met 70% wordt overbelast.
Gaat men toch door de machine in het „ro-
de" werkgebied te belasten, dan schakelt de
overbelastingsveiligheid de machine uit.
► Als de rode diode gaat branden, minder
hard duwen op de zaagmachine totdat
de rode diode weer uitgaat. Nu werkt u
weer in het toegestane werkgebied.
Vooraf instelbaar toerental
Met de toerentalregelaar [1-4] kan het toe-
rental traploos vooraf worden ingesteld:
Stand 1: 1500 min
Stand 2: 1700 min
Stand 3: 2100 min
Het vereiste toerental is afhankelijk van het
gebruikte zaagblad en het te bewerken ma-
teriaal.
Veiligheids-uitlooprem
Na het loslaten van de aan/uit-schakelaar
remt de geïntegreerde veiligheids-uitlooprem
het zaagblad binnen ca. 2 seconden af.
7.2 Zaagdiepte instellen
Draai de spanhendel [3-9] los.
Stel de zaagdiepte met de schaalverdeling
[3-3] in op de gewenste maat.
Draai de spanhendel [3-9] weer vast.
Stand 4: 2400 min
–1
Stand 5: 2700 min
–1
Stand 6: 3000 min
–1
–1
–1
–1
53