B
Gebruik van het toestel
Watertoevoerslang
Gebruik nooit de watertoevoerslang van uw oude vaatwasser. Gebruik
de nieuwe slang die met uw vaatwasser is meegeleverd. Vooraleer de
nieuwe watertoevoerslang of een slang die lange tijd niet gebruikt
werd aan te sluiten op uw vaatwasser, laat u een tijdje het water
erdoorheen lopen. De watertoevoerslang met de hand rechtstreeks
op de toevoerkraan aansluiten. De druk van de kraan moet minimaal
0,03 Mpa en mag maximaal 1 Mpa zijn. Wanneer de waterdruk groter
is dan 1 Mpa, plaats dan een drukverminderingstoestel tussen de
kraan en de slang.
Draai de kraan helemaal open en controleer de dichtheid eens de aansluitingen gebeurd zijn.
Zorg er voor de veiligheid van uw vaatwasser voor dat u altijd de toevoerkraan dicht draait na
het einde van elk programma.
Houd rekening met de markering op de watertoevoerslang!
Wanneer de modellen gemarkeerd zijn met 25°, mag de temperatuur van het water maximaal
25°C (koud water) bedragen.
Voor alle andere modellen:
Bij voorkeur koud water; warm water met een temperatuur
van maximaal 60°C.
NB: Bepaalde modellen gebruiken een Aquastopsysteem.
Wanneer uw vaatwasser met dit systeem is uitgerust, is er
stroom met een gevaarlijke spanning. Sluit de Aquastop-slang
nooit af en zorg ervoor dat ze niet geplooid of verwrongen is.
78
NL