de hoogte van het werkstuk en de gewenste
breedte. (zie 7.3)
•
Zaag aanzetten
•
Handen met gesloten vingers plat op het
werkstuk leggen en het werkstuk langs de pa-
rallelaanslag (7) het zaagblad (4) in schuiven.
•
Zijdelings geleiden met de hand slechts tot
aan de voorkant van de beschermkap.
•
Het werkstuk altijd doorschuiven tot aan het
einde van de spleetspie (5).
•
De snijafval blijft op de zaagtafel (1) liggen
tot het zaagblad (4) opnieuw tot stilstand is
gekomen.
•
Lange werkstukken aan het einde van het
snijden beveiligen tegen neerkantelen! (b.v.
afrolstandaard etc.)
8.1.1 Snijden van smalle werkstukken
( g. 18)
•
Langssneden van werkstukken met een
breedte van minder dan 150 mm moeten ab-
soluut met gebruikmaking van een schuifstok
(3) worden uitgevoerd. Schuifstok is niet bij
de levering begrepen.
•
Versleten of beschadigde schuifstok onverwi-
jld vervangen.
8.1.2 Snijden van zeer smalle werkstukken
(afb. 19)
•
Voor langssneden van zeer smalle werkstuk-
ken met een breedte van 50 mm en minder
moet absoluut een schuifhout/schuifblok (10)
worden gebruikt.
•
Daarbij gebruikt u best het lage geleidevlak
van de parallelle aanslag.
•
Schuifblok (10) is meegeleverd.
•
Versleten schuifhout/schuifblok tijdig vervan-
gen.
8.2 Uitvoeren van schuine sneden
( g. 16/20)
Schuine sneden worden principieel met gebruik-
making van de parallelaanslag (7) uitgevoerd.
•
Zaagblad (4) op de gewenste hoekmaat af-
stellen. (zie 7.5)
•
Parallelaanslag (7) afstellen naargelang van
de breedte en de hoogte van het werkstuk
(zie 7.3).
•
Snede conform de werkstukbreedte uitvoeren
(zie 8.1.1 en 8.1.2)
Anl_TE_TS_315_UD_SPK2.indb 65
Anl_TE_TS_315_UD_SPK2.indb 65
NL
8.3 Uitvoeren van dwarssneden (afb. 21, 27)
Dwarssneden worden in principe uitgevoerd met
gebruik van de houder (24) samen met de aans-
lagrail (23) als dwarsaanslag (zie 7.4); daarnaast
kunnen dwarssneden ook worden uitgevoerd met
de schuifslede (toebehoren) als dwarsaanslag
(zie 7.6). Hierbij wordt een werkstuk doorges-
neden in zijn dwarsrichting.
•
Dwarsaanslag resp. schuifslede (toebehoren)
instellen op de gewenste hoekmaat (zie 7.4
resp. 7.6).
•
Werkstuk vast tegen de aanslagrail (23 resp.
101) drukken.
•
Zaag inschakelen.
•
Dwarsaanslag resp. schuifslede (toebehoren)
en werkstuk naar het zaagblad toe schuiven
om de snede uit te voeren.
•
Waarschuwing! Houd altijd het geleide
werkstuk vast, nooit het vrije werkstuk dat
afgesneden wordt.
•
Dwarsaanslag resp. schuifslede (toebehoren)
altijd blijven vooruitschuiven, tot het werkstuk
helemaal is doorgesneden.
•
Zaag weer uitschakelen. Zaagafval pas verwi-
jderen als het zaagblad stilstaat.
9. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
9.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
9.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
- 65 -
19.03.2020 15:41:54
19.03.2020 15:41:54