Briggs & Stratton Snapper RPX210 Instrucciones De Instalación página 39

WAARSCHUWING
Te sterk oppompen van de banden kan er toe
leiden dat deze exploderen wat kan leiden tot
ernstig letsel.
Pomp de banden NOOIT meer op dan de toegestane
maximale spanning die op de zijkant van de band is
gestempeld.
Controleer het motoroliepeil
9
Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
1
Parkeer de maaier op een harde, vlakke ondergrond..
2
Til de motorkap op en verwijder de peilstok.
3
Veeg de peilstok met een schone doek af.
4
Plaats de peilstok terug.
5
Verwijder de peilstok.
6
Zorg dat het oliepeil op gebruiksniveau blijft.
7
Maaidek
Wheels
10
N.B.: Monteer de wielen in het laagste gat.
N.B.: Maaidekken van 96 cm hebben twee (2) meetwielen;
maaidekken van 107 cm hebben vier (4) meetwielen.
Maaidek waterpas zetten
11-1
Voorbereiding
Parkeer de maaier op een harde, vlakke ondergrond..
1
Draai de wielen recht naar voren.
2
3 Draai de PTO-(maaiblad-)schakelaar in de stand
UIT ("OFF").
Stel de maaihoogte in op de middelste stand.
4
Vergrendel de parkeerrem.
5
Haal de sleutel uit het contactslot.
6
Neem de bougiekabel los.
7
Vlak zetten van zijkant tot zijkant
11-2
Draag stevige veiligheidshandschoenen.
1
WAARSCHUWING
Maaibladen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
Draag stevige veiligheidshandschoenen bij het
hanteren van de maaibladen.
Draai de bladen van de ene zijkant naar de andere.
2
Meet de afstand van de punten van de bladen tot de
3
grond. Het verschil tussen de rechter bladpunt (A) en
de linker bladpunt (B) moet minder zijn dan
3 mm (1/8").
Lagere de maaier dek.
4
Verwijder de covers.
5
Plaats het maaidek op de MIDDELSTE maaihoogte.
6
Stel dit af zoals afgebeeld tot de juiste afstand is
7
bereikt.
Lagere de maaier dek.
8
Install covers.
9
Vlak zetten van voorkant tot
11-3
achterkant
WAARSCHUWING
Maaibladen zijn scherp en kunnen letsel veroorzaken.
Draag stevige veiligheidshandschoenen bij het
hanteren van de maaibladen.
Plaats het maaidek op de MIDDELSTE maaihoogte.
1
Draai de bladen van de voor naar achter.
2
Meet de afstand van de punten van de bladen tot de
3
grond. Het verschil tussen de achterste bladpunt
(C) en de voorste bladpunt (D) moet
minder zijn dan 3 mm (1/8").
Stel dit af zoals afgebeeld tot de juiste afstand is
4
bereikt.
OPMERKING: Voor tractoren met achtervering moet de
achtermaat 5 mm (3/16") hoger zijn dan de voormaat.
Grasopvangzak
Beugels
12
Verwijder, roteer en installeer de beugels zoals afgebeeld.
Frame
13
Monteer de onderdelen van het frame zoals afgebeeld.
Zak
14
Monteer de onderdelen van de zak zoals afgebeeld..
Controleer of de grasopvangzak
15
correct geplaatst is
Haak de punten van het frame (A) op de
1
graasopvangbeugels op de machine zoals afgebeeld.
Laat de grasopvangzak tegen de machine aan
2
zakken. Controleer of de vergrendeling de onderkant
van de grasopvangzak op zijn plaats houdt (B). Stel dit
indien nodig af door de veer van de vergrendeling
naar en andere opening te verplaatsen.
Controleer of er geen speling is tussen de
3
grasopvangzak en de machine. Stel de beugels van
de grasopvangzak (C) af indien nodig.
39
nl