Bevestiging En Vervoer; Elektrische Aansluiting - Espa DRAINEX 400 Manual De Instrucciones

Handleiding
Veiligheidsinstructies
De symbolen samen met de woorden "gevaar" en "let
op" zijn een indicatie voor mogelijk gevaar ten gevolge van het niet
naleven van de desbetreffende voorschriften:
Het niet naleven van deze voorschriften
GEVAAR
brengt een mogelijk risico op elektro-
kans op
cutie met zich mee.
elektrocutie
GEVAAR
Het niet naleven van deze voorschriften
brengt een risico op letsel en beschadi-
ging met zich mee.
LET OP
Het niet naleven van deze voorschriften brengt
een risico op beschadiging van de pomp of de
gehele installatie met zich mee.
De voorschriften gemarkeerd met dit symbool, horen bij
de pompen bestemd voor ontvlambare vloeistoffen.
1. ALGEMENE OPMERKINGEN:
De bijgeleverde instructies hebben ten doel u te informeren
omtrent de juiste installatie en aldus het verkrijgen van het opti-
male rendement van de pompen.
De modellen DRAINEX worden gebruikt voor het overpompen
van water met zweefvuil, zoals water van septische tanks enz.
De maximum watertemperatuur is 40°C. Vaste bestanddelen
worden doorgelaten in de modellen DRAINEX 400/500 = 40 mm
(MAX.) en in de modellen DRAINEX 600 = 65 mm. (MAX.)
De pompen bestemd voor brandbare vloeistoffen,
dienen te worden geïnstalleerd in een omgeving met
een temperatuur van -20°C tot +40°C.
LET OP. Het opvolgen van de installatie- en gebruikshand-
leiding garandeert het goed functioneren van de pomp.Het
niet naleven van de instructies uit deze handleiding, kan
leiden tot overbelasting van de motor, aantasting van de
technische eigenschappen, verkorting van de levensduur
van de pomp en allerlei andere mogelijke gevolgen, waar-
voor wij niet aansprakelijk zijn.
GEVAAR, kans op elektrocutie.De pomp mag niet gebruikt
worden in een zwembad, terwijl er mensen aan het
zwemmen zijn.
GEVAAR.
Steek nooit uw hand of een voorwerp in de aanzuig- of
uitstroomaansluiting, de draaiende turbine zou ernstige
schade veroorzaken.
2. GEBRUIK
– Installaties voor het overpompen van water met zwevende
elementen.
– Pompen geschikt voor het wegzuigen van afvalwater;met een
doorlaat van vaste bestanddelen met een afmeting van 40 mm
tot 65 mm.
– Voor omgevingen met een potentieel explosie gevaar. Gebruik
de modellen Drainex voor ontvlambare vloeistoffen, bestemd
voor gebruik in omgevingen met een potentieel explosie gevaar.
De classificering voor ontvlambare vloeistoffen is:
II 2GD c Ex d IIB T4.
c EX tD A21 IP68 T135°C
De classificering van de installatie locatie, dient in elk geval door
de desbetreffende autoriteiten te worden gehomologeerd.
3. VEILIGHEID
De installatie van de pomp in de tank, dient door gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd, onder de strikte naleving van de
geldende veiligheids- en reinheidsvoorschriften. Het werk in de
tanks dient te geschieden met inachtneming van de ter plaatse
geldende voorschriften.
4. INSTALLATIE

4.1 - Bevestiging en vervoer

– Vervoerbare optie.
– Stationaire optie.
In beide gevallen kunnen deels de nodige hulpstukken
worden bijgeleverd, samen met montage handleiding.
Bij de vervoerbare optie worden bijgeleverd: een ketting,
een aantal roestvrijstalen poten, een kniestuk voor de
uitvoer en de schroeven voor de bevestiging ervan.
Bij de stationaire optie worden bijgeleverd: een ketting, een
hulpstuk voor de bevestiging aan de pomp, een stationair
hulpstuk, een steun voor twee buizen van 1", een verbin-
dingsstuk en de bouten en moeren nodig voor de bevesti-
ging. Zie (Fig. 1)
De pomp dient altijd aan het handvat te worden opgetild.
De pomp mag nooit aan de elektrische kabel worden
opgetild. Zie (Fig. 2)
4.2 - Montage van de aanvoerbuizen
In geval de uitstroombuis lang of bochtig is, dan wordt
aanbevolen een grotere Ø buis te monteren dan de aanslui-
ting van de uitvoer, dit om drukverlies door weerstand in de
buis zelf te voorkomen.
Installeer een terugstroomklep bij de uitgang van de pomp,
dit om te voorkomen dat de buis leeg loopt telkens als de
pomp stopt. De terugstroomklep dient vaste bestanddelen
door te laten.
Let op dat de buis niet dubbelvouwt en dat die op de juiste
wijze aan de uitvoer wordt bevestigd, in beide gevallen zal
bij een onjuiste bevesting de uitstroom gereduceerd zijn.

4.3 - Elektrische aansluiting

GEVAAR, kans op elektrocutie.De elektrische installatie
dient over afdoende aarding te beschikken en de installatie
dient te worden uitgevoerd door een erkend elektricien,met
inachtneming van de daartoe geldende regelgeving.
De pomp dient te worden aangesloten op een installatie voor-
zien van een differentieel schakelaar / aardlekschakelaar
(I n = 30 mA) en tevens van een meervoudige scheidingss-
chakelaar met een contact opening van minstens 3 mm.
Alle pompen moeten worden verbonden met een controle
unit, die beschikt over een beveiliging van de motor. De
controle units van Espa zijn voorzien van een dergelijke
bescherming. Samen met de controle unit worden de
instructies voor het gebruik en technische gegevens
meegeleverd.
Het aansluitpaneel, door Espa geleverd, voor pompen van
het type Ex, dienen niet in een omgeving met explosie
gevaar te worden gemonteerd.
Voor wat betreft de pompen voor ontvlambare vloeistoffen,
dient u erop toe te zien dat er een massakabel wordt
verbonden aan het bovenste deksel van de pomp.Het contac-
toppervlak van de massakabel moet minimaal zijn 4 mm
De niveau schakelaars die gebruikt worden in een omge-
ving met een potentieel explosie gevaar, dienen te worden
aangesloten aan het aansluitpaneel door middel van de
ingebouwde beveiliging, dit om de veiligheid te kunnen
garanderen.
De controle units van Espa zijn voorzien van een dergelijke
bescherming.
4.4 - Controle voorzieningen
De installateur dient een vloeistof detectie systeem te
monteren, om erop toe te zien dat de pomp altijd onderge-
dompeld is.
Modellen Ex:
De Ex pompen zijn voorzien van thermische protectie in de
bobines. Deze moet worden verbonden met een bescher-
mingsrelais, dat pomp uitschakelt voordat de bobine de
maximaal toelaatbare temperatuur bereikt. Regelgeving
staat geen automatische heerinschakeling toe, zodat de
15
.
2