Afbeelding 2 Voorbeeld hoog instelpunt
1 Meetwaarde
2 Trigger instelpunt aan
5.1.5 Configuratie monsternameprogramma
Voor monstername op basis van flow configureert u de hardware-instellingen voordat het
monsternameprogramma wordt geconfigureerd.
Wanneer een alarm wordt gebruikt om monstername te regelen, moeten de alarmen worden
geconfigureerd voordat het monsternameprogramma wordt geconfigureerd.
Het monsternameprogramma stelt vast:
• Wanneer een monster wordt genomen (interval)
• Het volume van elk monster
• De verdeling van het monster over de flessen
• Wanneer het monsternameprogramma start
• Wanneer het monsternameprogramma stopt
Voltooi alle volgende taken om het monsternameprogramma te configureren. In dit document worden
beschrijvingen gegeven van de standaard monsternameopties. Raadpleeg de uitgebreide
gebruikershandleiding op de website van de fabrikant voor de uitgebreide monsternameopties (bijv.
cascade-monstername en gesynchroniseerde monstername).
5.1.5.1 Het programmatype selecteren:
Selecteer het type monsternameprogramma dat geconfigureerd moet worden.
1. Druk op MENU.
2. Ga naar Programming (programmeren)>Sample Programming (programmeren monster).
3. Selecteer de eerste rij.
202 Nederlands
3 Trigger instelpunt uit
4 Dode band
L E T O P
L E T O P
5 Waarde instelpunt
6 Tijd