1. Druk op Opties om Opties>Geavanceerde opties te openen.
2. Gebruik de geavanceerde opties om meer parameters te
specificeren.
Optie
Omschrijving
Automatisch
Schakelen tussen Aan en Uit. Elke waarde wordt
opslaan
automatisch opgeslagen wanneer de optie wordt
ingesteld op Aan. De waarde kan handmatig
worden opgeslagen wanneer de optie is
ingesteld op Uit.
Chemische
Selecteer de alternatieve chemische formule en
formule
het bijbehorende meetbereik van enkele in de
fabriek geïnstalleerde methoden.
Blanco meting
De blanco correctie kan worden gebruikt met
enkele van de in de fabriek geïnstalleerde
methoden. Voer het resultaat van een voltooide
test in en gebruik daarbij gedeïoniseerd water als
het monster. De blancowaarde wordt van elk
resultaat afgetrokken om achtergrondkleuren
door reagentia te corrigeren. Voer de blanco
correctie in voordat de optie Aanpassen met een
standaard wordt gebruikt. Voltooi deze correctie
voor elke nieuwe partij testreagentia.
Aanpassen
Wijzig de opgeslagen kalibratie. Voltooi een test
met een
op een bekende standaard met een concentratie
standaard
die dicht bij de bovengrens van de test ligt.
Gebruik deze functie om het resultaat aan te
passen en de standaardconcentratie uit te lijnen.
Programma
Selecteer een alfabetische of numerieke
sorteren
programmavolgorde voor de lijst met opgeslagen
programma's.
6.2 Een gebruikers-ID gebruiken
Om metingen aan een bepaalde gebruiker toe te wijzen, kan de
gebruikers-ID ingesteld worden. Alle opgeslagen gegevens bevatten
deze ID.
1. Ga naar INSTELLINGEN>Gebruikers-id in het afleesscherm.
2. Een gebruikers-ID selecteren, maken of verwijderen:
Optie
Omschrijving
Huidige ID
Selecteer uit de lijst een andere monster-ID.
Totdat een andere ID wordt geselecteerd, wordt
de huidige ID aan de monstergegevens
toegewezen.
Een nieuwe ID
Voer een naam in voor een nieuwe gebruikers-
maken
ID. Er kunnen maximaal 10 namen worden
ingevoerd.
Id wissen
Verwijder een bestaande gebruikers-ID.
6.3 Een monster-ID gebruiken
Het monster-ID-label wordt gebruikt om metingen aan een bepaald
monster of een bepaalde locatie toe te wijzen. Daarna bevatten alle
opgeslagen gegevens deze id.
1. Ga naar INSTELLINGEN>Monster-id in het afleesscherm.
2. Een gebruikers-ID selecteren, maken of verwijderen.
Optie
Omschrijving
Huidige ID
Selecteer een monster-ID uit een lijst. Totdat een
andere ID wordt geselecteerd, wordt de huidige ID
aan de monstergegevens toegewezen.
Een nieuwe
Voer een naam in voor een nieuwe monster-ID. Er
ID maken
kunnen maximaal 10 namen worden ingevoerd. De
monsters worden op volgorde genummerd voor
elke meting totdat een andere ID wordt
geselecteerd (bijv. Pond 1, Pond 2).
Id wissen
Verwijder een bestaande monster-ID.
Nederlands 143