Zwaard monteren
1. Draai de zwaard-bevestigingsschoef
(13) los en verwijder de kettingwielaf-
dekking (12) (zie kleine afbeelding).
2. Leg het zwaard (18) met de frees in de
lengte over de zwaardgeleiding (26).
Het gegroefde uiteinde van het zwaard
raakt daarbij het kettingwiel (23).
Zaagketting monteren
Let op de juiste looprichting van de
zaagketting. Deze is op de ketting-
wielafdekking (12) en boven het
kettingwiel (23) aangegeven.
Span de zaagketting na de eerste
5-6 zaagbewerkingen opnieuw
aan.
1. Draai de kettingspanschroef (25)
linksom totdat de kettingspan-pin (28)
in de aanslag ligt.
2. Leg de zaagketting (19) in de zwaard-
gleuf. Houd het zwaard (18) voor mon-
tage in een hoek van ong. 45 graden
naar boven gericht, om de zaagketting
(19) vlotter op het kettingwiel (23) te
kunnen leggen.
3. Zet de kettingwielafdekking (12) weer
op.
De schroefdraad is de houder voor de
zwaard-bevestigingsschroef (13).
Het boorgat (18a) in het zwaard (18)
is de houder voor de kettingspan-pin
(25a).
4. Draai de zwaard- bevestigingsschroef
(13) vast aan.
Zaagketting spannen
De spanning van de zaagketting (19) is
belangrijk voor uw veiligheid en voor de
werking van het apparaat. Een correct
gespannen zaagketting (19) verhoogt de
levensduur van uw apparaat.
Controleer de kettingspanning voor
elk gebruik van het apparaat.
•
De zaagketting (19) is juist gespannen
als ze manueel (beschermende hand-
schoenen dragen) rond het zwaard
(18) kan worden getrokken zonder dat
ze doorhangt.
•
Als u trekt aan de zaagketting (19)
met 10 N (ca. 1 kg) trekkracht mogen
zaagketting en zwaard (18) niet meer
dan 4 mm van elkaar zijn verwijderd.
1. Houd het zwaard aan de tip vast. Om
de zaag te spannen, draait u de ket-
tingspanschroef (25) rechtsom met
de inbussleutel (
Om de spanning te lossen, draait u de
kettingspanschroef linksom met de
inbussleutel(
2. Draai de zwaard- bevestigingsschroef
(13) vast aan.
Bij nieuwe zaagkettingen (19)
moet de kettingspanning na een
korte bedrijfstijd opnieuw worden
bijgesteld.
Inbedrijfstelling
Draag bij de werkzaamheden
met het apparaat geschikte kle-
ding en handschoenen, oog- en
gehoorbescherming en snijbes-
tendige werkschoenen.
18).
18).
NL
63