OPMERKING: Als u de mate waarin u aan elke hendel trekt
verandert, naar voren of naar achteren, wijzigt u daarmee het
"scharnierpunt" waar u omheen draait.
Gevorderd rijden
Omkeren aan het einde van een rij
Dankzij het unieke vermogen van uw maaier om op de plaats
rond te draaien, kunt u omkeren aan het einde van een
maaistrook in plaats van te moeten stoppen en een bocht
te moeten maken voordat u met een nieuwe strook kunt
beginnen.
Bijvoorbeeld, om aan het einde van de rij linksom te draaien,
moet u:
1. uw snelheid verlagen aan het einde van de baan.
2. De RECHTER snelheidsregelhendel iets naar voren
bewegen, terwijl u de LINKER snelheidsregelhendel naar
achteren beweegt naar de middelste stand en dan vanuit
deze middelste stand iets naar achteren.
3. Maai dan weer in voorwaartse richting.
Met deze techniek maakt u een bocht naar LINKS met een
kleine overlapping van de net gemaaide rij, waardoor u niet
meer terug hoeft te rijden om gemist gras opnieuw te maaien.
Als u zowel meer vertrouwen als meer ervaring krijgt met het
gebruik van uw Zero Turn zitmaaier, zult u meer bewegingen
leren maken, waardoor u minder tijd hoeft te besteden aan
het maaien en er meer plezier van hebt!
Denk eraan: hoe meer u oefent, hoe meer controle u over
de Zero Turn zult hebben!
Maaien
1. Zorgt dat de PTO-schakelaar uitgeschakeld is, dat
de snelheidsregelhendels in de stand STARTEN/
PARKEREN staan en dat de bestuurder op zijn stoel zit.
2. Start de motor. Zie De motor starten .
3. Stel de maaihoogte in. Zie Afstelling van de
maaihoogte .
4. Zet de motortoerentalschakelaar in de stand SNEL.
5. Activeer de PTO door de PTO-schakelaar omhoog te
trekken.
6. Draai de rijsnelheidshendels van de stand STARTEN/
PARKEREN in de stand 'N' (neutraal).
7. Begin te maaien. Zie Veiligheid en gebruik voor tips
over veilige maaiprocedures.
8. Als u klaar bent, schakelt u de PTO uit.
9. Stop de motor. Zie De zitmaaier en motor stopzetten .
Aanhanguitrusting
Bevestig de aanhangwagen met een trekhaakpen (A,
afbeelding 12) en klem (B) van de correcte grootte. Bekijk
Veiligheid van de gebruiker voor extra veiligheidsinformatie
over aanhangers en slepen.
WAARSCHUWING
Gevaar bij slepen
Slepen van lasten kan gevaarlijk zijn en leiden tot
controleverlies op hellingen.
• Het maximale bruto (aanhanger & last) gewicht van de
aanhanger is 200 lbs (91 kg).
• Maai niet op hellingen van meer dan 5 graden.
• Verminder snelheid en wees zeer voorzichtig op
hellingen.
Afstellen van de maaihoogte (pintype)
Het maaihoogtepedaal regelt de maaihoogte van de maaier.
Zie Specificaties voor het afstellen van het bereik voor de
maaihoogte.
Afstellen van de maaihoogte:
1. Trap het maaihoogtepedaal helemaal in (A, afbeelding
13) tot de transportvrijgavestang (B) het maaidek op de
hoogste positie vastzet (transportpositie).
2. Verwijder de pen (C, afbeelding 13) uit de afstelbeugel en
plaats deze in de gewenste opening.
Opmerking: Zorg ervoor dat de pen is aangebracht in de
openingen in zowel de onderste als de bovenste plaat van de
afstelbeugel.
3. Trap het maaihoogtepedaal in, beweeg de
transportvrijgavehendel naar buiten en laat het pedaal
langzaam los tot het tegen de pen rust.
Afstellen van de maaihoogte (slottype)
Het maaihoogtepedaal regelt de maaihoogte van de maaier.
Zie Specificaties voor het afstellen van het bereik voor de
maaihoogte.
Afstellen van de maaihoogte:
1. Druk het maaihoogtepedaal volledig in (A, figuur 14).
2. Breng de maaihoogtehendel omhoog of omlaag (A,
afbeelding 14) naar de gewenste maaihoogtestand.
3. Laat het pedaal voor de maaihoogteverstelling langzaam
los.
Bagagerek (niet op alle modellen)
Het bagagerek is ontworpen voor lasten tot 50 lbs (22,7 kg).
In de sleuven aan de achterkant van het rek past een 2 x 4 of
een 2 x 6 om de lasten tijdens het transport op hun plaats te
houden.
WAARSCHUWING
Verlies van lichaamsdelen
Draaiende maaibladen snijden armen en benen af. Laat
niemand meerijden (met name kinderen) zelfs niet als de
maaibladen zijn uitgeschakeld. Passagiers kunnen vallen
of terugkomen voor nog een ritje wanneer u dat totaal niet
verwacht.
145