NL
5.2 Weergegeven trainingswaarden bij programma's
-
Bij de programma's
wordt het programmaverloop in het grafische veld
weergegeven (afbeelding 23). De linker kolom geeft de actuele belasting
weer. Eén kolom staat voor 1 minuut trainingstijd en loopt door naar links.
Een segmentregel wordt altijd weergegeven en komt overeen met 2 rem-
werking. Stijgt het remwerking boven de 29, dan wordt de hoogste (15de)
regel weergegeven.
Ê Ë
Ì
Í Î
Ï
Y
BRAKE
TIME
Afbeelding 23
Programma's
-
voorbeeld:
6.0 Weergave bij trainingsonderbreking of -einde
Indien u niet sneller fietst als 20 pedaalomwentelingen per minuut, dan herkent
de elektronica een trainingsonderbreking en worden de trainingsgegevens weer-
gegeven en niet de teruggetelde vastgelegde waarden. Bij snelheid (km/h),
pedaalomwentelingen (RPM) en polsfrequentie (Pulse) worden de gemiddelde
waarden d.m.v. het Ø symbool (a) weergegeven (Afbeelding 24).
∅
∅
∅
RPM
RPM
PULSE
∅
∅
KM/H
KM/H
BRAKE
BRAKE
KM
KM
TIME
KILOJOULE
KILOJOULE
Afbeelding 24
Weergave van de bereikte trainings- en de
gemiddelde waarden
Indien de programmasymbolen Countdown en
u, dat er nog vastgelegde waarden voorhanden zijn. Wisselt u het pro-
grammasymbool naar Countup, herkent u, dat de vastgelegde waarden terug-
geteld resp. er geen gemaakt werden.
Alleen bij het HRC-programma kunnen de waarden op- of teruggeteld zijn.
In het grafische veld wordt "Pulse" en de actuele polswaarde (of "P" bij niet
actieve polsfrequentiemeting) weergegeven.
De trainingsgegevens worden gedurende 4 minuten weergegeven. Bedient
u in deze tijd geen enkele toets en fietst u niet, dan schakelt de elektronica
in de standby-modus met weergave van de ruimtetemperatuur (afbeelding
1). Hierbij wordt het aantal kilometers opgeslagen. Alle andere waarden
niet.
7.0 Weergave bij voortzetting van de training
Begint u te fietsen. De waarden tellen verder.
8.0 Meting van de herstelling van de polsfrequentie
De trainingscomputer is met een functie uitgerust, die de herstelling van de
polsfrequentie kan meten. Deze functie maakt het mogelijk de herstelling
van uw polsfrequentie te meten. Bedient u bij trainingseinde de Recovery-
toets (8). De elektronica meet 60 seconden teruglopend uw polsfrequentie
(afbeelding 25). Daarna wordt onder PULSE het verschil binnen het
teruglopen weergegeven. Onder Rec wordt een fitnesscijfer d.m.v. (F)
weergegeven. (afbeelding 26). De berekening wordt onder punt 9 Fitn-
esscijferberekening verklaard.
PULSE
TIME
Afbeelding 25
Weergave bij terugloop tijd van 60
econden
-
-
staan blijven, herkent
PULSE
TIME
Afbeelding 26
Weergave na terugloop tijd van 60
seconden
Indien de meting van de polsfrequentie onderbroken of gestoord wordt, wordt
i.p.v. een waarde de tekst "Error" weergegeven (afbeelding 27). Indien
bij een Recovery-start geen polssignaal voorhanden is, dan start de meting
van de herstelling van de polsfrequentie niet.
PULSE
TIME
Afbeelding 27
Weergave bij Recovery zonder
polssignaal
Aanwijzing
Om het zware vliegwiel te stoppen, wordt in de Recovery-functie de rem-
werking tot aan diens stilstand voortdurend verhoogd.
Indien er geen polssignaal voorhanden is, wordt de remwerking toch uit-
gevoerd.
De weergave van de Recovery-functie verdwijnt automatisch na 10 seconden.
Daarna verschijnt de weergave van de bereikte trainings- en de gemiddelde
waarden (afbeelding 25). Tevens verschijnt de weergave van de tekst
"Error", echter alleen bij stilstand van het vliegwiel.
Indien u de Recovery-functie verlaat, wordt het vorige vastgelegde vermogen
weer ingesteld.
9 Algemeen
Remgedrag
De elektromagnetische wervelstroomrem genereert de remwerking onaf-
hankelijk van het toerental, zodat het remvermogen onafhankelijk van het
aantal pedaalomwentelingen (RPM) constant gehouden wordt.
Snelheidsberekening
60 pedaalomwentelingen resulteren in een snelheid van 21,3 km/h.
Kilojouleberekening
Remwerking x Tijd x 60
KJ =
1000
Fitnesscijferberekening
De computer berekent en beoordeelt het verschil tussen de polsfrequentie
bij belasting en de polsfrequentie bij herstelling en uw hieruit resulterende
"fitnesscijfer" volgens de volgende formule:
Cijfer ( F ) = 6 —
P1 = polsfrequentie bij belasting
P2 = polsfrequentie bij herstelling
Cijfer 1 = zeer goed
De vergelijking van polsfrequentie bij belasting en herstelling is een een-
voudige en snelle mogelijkheid, de fysieke fitness te controleren. Het fitn-
esscijfer is een oriëntatiewaarde voor uw herstellingsvermogen na fysieke
belastingen. Voordat u de polsfrequentie-herstellings-toets (8) bedient en uw
fitnesscijfer berekent, dient u gedurende een langere periode, d.w.z. ten
minste 10 minuten, in uw belastingsbereik te trainen. Bij deze regelmatige
conditie-training zult u vaststellen, dat uw "fitnesscijfer" beter wordt.
Berekening gemiddelde waarden
Voor de berekening van de gemiddelde waarden van het aantal pedaalom-
wentelingen, de snelheid, het vermogen en de polsfreuentie wordt met alle trai-
ningsintervallen rekening gehouden, totdat het display Temperatuur weergeeft.
Aanwijzingen m.b.t. de meting van de polsfrequentie
U kunt uw polsfrequentie maar met één type meting tegelijkertijd meten (oorclip
of handpolssensoren of Cardio Pols Set).
De berekening van de polsfrequentie begint, indien het hart op het display
in de maat met uw polsfrequentie knippert.
Met oorclip
De polsfrequentiesensor werkt met infraroodlicht en meet de veranderingen
van de lichtdoorlaatbaarheid van uw huid, die door uw polsfrequentie ver-
oorzaakt worden. Voordat u de polsfrequentiesensor aan uw oorlelletje klemt,
dient u deze 10 keer goed tussen duim en wijsvinger te wrijven om de door-
bloeding te verhogen.
Vermijdt u storingsimpulsen.
(
)
2
10 x ( P1 — P2 )
P1
cijfer 6 = onvoldoende