Instructies speciaal voor installaties in
explosiegevaarlijke zones (Raadpleeg de Europese ATEX
richtlijn94/9/EC, Annex II, 1/0/6)
De volgende instructies gelden voor apparatuur waarvoor het certificaat nr. BAS
99ATEX2298X van toepassing is.
1.
De apparatuur mag worden gebruikt bij ontvlambare gassen en dampen met
apparaatgroep II en met temperatuurklasse T5.
2.
De apparatuur is gecertificeerd voor gebruik in een omgevingstemperatuurbereik van
-20 °C tot +60 °C
.
3.
De apparatuur is niet getest als veiligheidstoestel zoals bedoeld in de EC richtlijn 94/9/EC
Annex II, clause 1.5.
4.
Het certificaat is voorzien van een 'X' suffix, hetgeen aangeeft dat speciale condities van
toepassing zijn voor de installatie en het gebruik. Diegene die deze apparatuur installeren
of inspecteren moeten toegang hebben tot de inhoud van dit certificaat.
5.
De transducer is niet voorzien van een interne zekering of enige andere componenten
welke de geschiktheid garanderen voor aansluiting op een mogelijke kortsluitstroom van
4000A. De transducer moet worden gevoed uit een apparaat dat geschikt is voor
aansluiting op een voeding die bestand is tegen een mogelijke kortsluitstroom van
maximaal 4000A. De Siemens transceivers voldoen aan deze eis.
6.
Installatie en inspectie van deze apparatuur moet worden uitgevoerd door voldoende
opgeleid personeel, conform de geldende normen (EN 60079-14 en EN 60079-17 in
Europa).
7.
Reparatie van deze apparatuur moet worden uitgevoerd door voldoende opgeleid
personeel, conform de geldende normen (EN 60079-19 in Europa).
8.
Componenten die opgenomen moeten worden, of gebruikt moeten worden als
vervangingen in de apparatuur, moeten worden gemonteerd door voldoende getraind
personeel conform de documentatie van de producent.
9.
De certificatie van deze apparatuur hangt af van de volgende materialen die in de
constructie worden gebruikt:
•
Norton Performance Plastics Chemgrip lijmproduct
•
ETFE behuizingmateriaal
•
PVDF behuizingmateriaal
•
Master Bond Polysulphide EP21LPT of Dow-Corning 3-4207 inkapseling
•
Cotronics Durapot 861-F3 inkapseling
•
Cotronics Durapot 864 inkapseling
Wanneer de apparatuur in contact kan komen met agressieve stoffen, zoals oplosmiddelen
welke een nadelig effect kunnen hebben op polymeren, is het de verantwoordelijkheid van de
gebruiker om geschikte voorzorgsmaatregelen te nemen om negatieve effecten voor de
apparatuur te voorkomen. Het is belangrijk om routinematige controles uit te voeren en vast te
stellen aan de hand van het materiaal data-sheet dat de transducer bestand is tegen de
chemicaliën die worden gebruikt in de toepassing.
Pagina NL-4
ST-H Transducer – BEDIENINGSHANDLEIDING
7ML19985QK82