wenst te pompen.
Indien dit niet mogelijk is, installeert u
een afsluiteenheid, die tegen onderdruk
bestand is, tussen het apparaat en de
zuigslang (in de gespecialiseerde
handel verkrijgbaar).
Netaansluiting
De door u aangekochte pomp is reeds van
een randaardestekker voorzien. De pomp
is bestemd voor de aansluiting op een vei-
ligheidswandcontactdoos met
230 V~ / 50 Hz.
Aansluiting van de leidingen
-
Gebruik aan de zuigzijde een
leiding met terugstroomstop en
monteer een voorfilter (in de
gespecialiseerde handel verkrijg-
baar).
-
Gebruik aan de zuigzijde geen
aansluitsystemen met snelkoppe-
lingen.
-
Gebruik de zuigslang niet als
persleiding.
1.
Verwijder de afsluitdoppen (1)
en (3) van het apparaat.
2.
Schroef de voorfilter met te-
rugstroomstop (15) met de
aansluiting voorfilter (16) aan
de zuigslang (14) vast. Beide
onderdelen zijn met een
kenmerkt.
3.
Schroef het adapterstuk (11) vast
met de wateringang (2). Beide
onderdelen zijn met een
kenmerkt.
4.
Schroef de zuigslangaansluiting
wateringang (13) vast met de
afdichtring (12) aan het adapter-
stuk (11). Beide onderdelen zijn
5.
Door lucht in de aanzuigleiding is
de werking van het apparaat niet
gewaarborgd.
Pomp vullen
Het apparaat moet telkens vóór ingebruik-
name met water gevuld worden. Zo is
een onmiddellijke start gegarandeerd. Het
drooglopen vernielt de pomp.
1. Open de vulschroef (
paraat.
2. Vul water tot op het vulpunt aan zodat
er water uit de opening van de vul-
schroef (
Proeven voordat ingebruik-
name
•
•
•
•
ge-
B
•
A
ge-
Het apparaat is niet geschikt om te
worden aangesloten op het drinkwa-
ternet.
A
met een
gekenmerkt.
Monteer een drukleiding aan de
tubelures van de wateruitgang (4).
9) begint te lopen.
Kontroleer of de netspanning
inderdaad 230 V~ / 50 Hz
bedraagt.
Kontroleer de toestand van het
stopcontact.
Vermijdt het drooglopen van de
pomp. Er bestaat gevaar voor een
elektrische schok.
Controleer de zuigleiding.
Het aanzuiguiteinde van de
zuigleiding moet zich in het water
bevinden.
Controleer de drukleiding.
Het uitgangsuiteinde van de
drukleiding moet zich reeds in de
irrigatiepositie bevinden.
NL
BE
9) van het ap-
39