Maten
Hoofdcomponenten
1. UP-toets
2. Programmeertoets
3. SUN-toets
4. Signaleringsleds
5. Dubbelzijdige sticker
6. Zonsensor
Beschrijving van de functies van de toetsen
Programmering: voor het opslaan van het apparaat.
UP-toets: hiermee kan het element tot de bovenste eindaanslag bestuurd worden.
SUN-toets: als de toets één keer wordt ingedrukt, kan het geselecteerde gevoeligheidsniveau van de sensor gecontroleerd
worden en kan tegelijkertijd gecheckt worden in welke werkingswijze de sensor is geprogrammeerd. Bovendien
kan, als de toets achtereenvolgens meerdere keren wordt ingedrukt, het niveau van de activeringsgrens van de
zonsensor veranderd worden. Telkens als er wordt gedrukt verandert het niveau sequentieel 0-1-2-3-4-0.....
INSTELLINGEN
SUN-toets: instelling van de gevoeligheid van het drempelniveau: 15 Klux (+ gevoelig) / 60 Klux (- gevoelig).
Controle van de lichtsterkte
Druk drie seconden tegelijkertijd op de toetsen P2 en SUN.
Laat de toetsen los zodra de led 0 gaat branden. De sensor voert de test uit en geeft het huidige niveau van de lichtsterkte aan.
Als de led 0 blijft branden is de lichtsterkte lager dan niveau 1.
Druk op een willekeurige toets om de testprocedure te verlaten. Anders zal de sensor dit na 2 minuten automatisch doen.