INGEBRUIKNEMING VAN HET GEREEDSCHAP
DE SMERING
Ingersoll–Rand Nr. 10
Men moet bij deze gereedschappen steeds een in–lijn
aangesloten drukluchtsmeerinrichting gebruiken. Wij bevelen u
de volgende Filter–Smeerinrichting–Regeleenheid aan:
Internationaal – Nr. 16LUB16C–A3
Monteer de smeerinrichting zo dicht mogelijk bij het
gereedschap.
Na elke twee of drie bedrijfsuren, en bij het begin van elke
arbeidsgang, wanneer een in lijn aangesloten perslucht
smeerinrichting niet wordt gebruikt de luchtslang losmaken en
ongeveer 3 cc olie in de luchtinlaat van het gereedschap gieten.
Voor het geval het gereedschap wordt opgeslagen of
wanneer het gereedschap voor een periode langer dan
vierentwintig uur niet wordt gebruikt ongeveer 3 cc olie in de
luchtinlaat gieten en het gereedschap gedurende ongeveer 5
seconden laten lopen om zo de inwendige delen ervan met olie
te coaten.
INSTALLATIE
Luchttoevoer en verbindingen
Altijd schone, droge lucht gebruiken. Stof, corroderende
uitwasemingen en/of te grote vochtigheid kunnen de motor van een
drukluchtgereedschap ruïneren. Een luchtfilter kan de levensduur van
een persluchtgereedschap aanzienlijk doen toenemen. Het filter
verwijdert stof en vocht.
Zorg ervoor dat alle slangen en fittingen de juiste afmetingen hebben
en goed zijn vastgemaakt. Zie tekening TPD1518 voor een typisch
leidingnet.
Het gereedschap wordt van de fabriek verzonden voorzien van een
3/4" NPT vaardraad inlaat.
(Tekening TPD1518)
Aanbrenging van Toebehoren
WAARSCHUWING
Men dient te allen tijde de luchtinlaat af te sluiten en de
luchttoevoerslang te ontkoppelen voordat enig deel aan dit
gereedschap wordt aangebracht, verwijderd of afgesteld, of
voordat enig onderhoud aan dit gereedschap mag worden
uitgevoerd. Nalaten dit te doen kan letsel tot gevolg hebben.
Voor Schroef–type Beitelhouder Nr. DT9–22:
1.
Pak de Beitelhouder beet en draai het los van de Romp.
2.
Voer het bijbehorend toebehoren in door de
Beitelhouder en breng het aan in het gereedschap. Draai
de Beitelhouder op de Romp tot u voelt dat de O–Ring
van de Beitelhouder in de groef in de Beitelhouder valt.
Voor Beitelhouder van het Schroefbus–type Nr. DT9–273:
1.
Trek de beschermkap weg om toegang te krijgen tot de
insteekopening van de beitelhouder.
2.
Pak de Beitelhouder beet en draai het los van de Romp.
3.
Voer het schacht–deel van het bijbehorend toebehoren
in de zijkant van de Schroefbus in. Draai de
Beitelhouder op de Romp tot u voelt dat de O–Ring van
de Beitelhouder in de groef in de Beitelhouder valt.
Voor Beitelhouder van het Knevel–type
Nr. DT9–240/DT9–340:
1.
Breng de Pal zo aan tot deze in een 90 graden stand tot
het lichaam van het gereedschap staat en op zijn plaats
klikt.
2.
Voer het bijbehorend toebehoren zover in het
gereedschap in tot de kraag van het bijbehorend
toebehoren voorbij de Pal is.
3.
Breng de Knevel in een stand tot deze parallel staat ten
opzichte van het gereedschap en op zijn plaats klikt.
BEDIENING VAN DE SLOOPHAMER
1.
Houd de Hendel (en voorkant van de sloophamer,
wanneer deze horizontaal werkt) vast en druk de punt
van de beitel stevig in het werkstuk.
2.
Ga in een stabiele en goed–gebalanceerde houding staan
en druk de Trekker in.
3.
Men laat het vermogen toenemen door een indrukken
van de Trekker.
38
BEDIENING