Veiligheidsaanwijzingen
Gevaar voor letsel
• Grijp niet in het scharnier.
• Sluit en vergrendel de koelkastdeur voordat u gaat rijden.
• Het koelaggregaat aan de achterzijde van de koelkast wordt tijdens
het gebruik zeer heet. Bescherm uzelf tegen contact met hete onder-
delen bij het verwijderen van ventilatieroosters.
A
LET OP! Gevaar voor schade
• Leun niet op de geopende koelkastdeur.
• Bewaar zware voorwerpen zoals flessen of conserven uitsluitend in de
koelkastdeur, in het groentevak of op de onderste legplank.
• Als de koelkast een dubbelzijdige deur heeft en de deur is niet correct
vergrendeld aan de tegenoverliggende zijde, druk aan die zijde dan
op de boven- en onderkant van de deur totdat deze vergrendelt.
• Gebruik geen elektrische toestellen in de koelkast, behalve als deze
elektrische toestellen daarvoor door de fabrikant worden aanbevolen.
• Let erop dat de ventilatieopeningen niet worden afgedekt.
• Gevaar voor oververhitting!
Let er altijd op dat de warmte die bij het gebruik ontstaat goed afge-
voerd kan worden. Zorg ervoor dat de koelkast op voldoende afstand
tot wanden en voorwerpen staat, zodat de lucht kan circuleren.
• Vul het binnenreservoir niet met vloeistoffen of ijs.
• Bescherm de koelkast en de kabel tegen hitte en vocht.
I
INSTRUCTIE
• Als het accubeheersysteem van uw voertuig de koelkast uitschakelt
om de accu te beschermen, neem dan contact op met de fabrikant
van uw voertuig.
• Zet de koelkastdeur en de diepvriezerdeur in de winterpositie, als u
de koelkast langdurig niet gaat gebruiken. Zo wordt schimmelvor-
ming voorkomen.
• Selecteer de gemiddelde temperatuurinstelling voor omgevingstem-
peraturen van +15°C tot +25°C.
158
RC(S)(L)(D)
NL