• Opladen batterij ⑬
- batterij van nieuwe machines is niet volledig
opgeladen
- sluit oplader C zoals afgebeeld op het stroomnet aan
⑬a
- het groene lampje D licht op om aan te geven, dat de
oplader klaar is voor gebruik ⑬a
- steek batterij E in de oplader zoals weergegeven ⑬b
- het groene lampje D gaat knipperen, wat aangeeft dat
de batterij opgeladen wordt ⑬b
- na ongeveer 1 uur is de batterij volledig geladen en
gaat het groene lampje D, na het knipperen, continu
branden ⑬c
BELANGRIJK:
- als het groene lampje D niet knippert nadat een
batterij is geplaatst, kan het zijn dat:
1) dat de batterij te koud of te warm is (de oplader
laadt batterijen alleen op, wanneer hun temperatuur
tussen 0° en 45° ligt)
2) dat de batterij vervangen dient te worden
- de lithium-ion accu kan op ieder moment worden
opgeladen (onderbreken van de laadprocedure leidt
niet tot schade aan de accu)
- de lithium-ionbatterij hoeft niet leeg te zijn voordat
u deze kunt opladen (er is geen sprake van een
geheugeneffect zoals bij nikkel-cadmiumbatterijen)
- tijdens het laden kunnen de oplader en de batterij
warm aanvoelen; dit is normaal en geen indicatie voor
een probleem
- zorg ervoor, dat de buitenkant van de batterij schoon
en droog is, voordat u deze in de oplader steekt
- haal de batterij niet uit de machine, wanneer deze in
gebruik is
- een aanzienlijk kortere werkperiode na het opladen
duidt erop, dat de batterij is versleten en moet worden
vervangen
• Batterijbescherming
Schakelt het apparaat automatisch uit wanneer
1) de belasting te hoog is
2) de batterijtemperatuur ligt niet binnen het toegestane
bedrijfstemperatuurbereik van -10 tot +50°C
3) de lithium-ionbatterij bijna leeg is (ter bescherming
tegen diepe ontlading)
! blijf niet op de aan/uit-schakelaar drukken nadat
de machine automatisch is uitgeschakeld; de
accu kan beschadigd worden
• Aan/uit veiligheidsschakelaar ⑭
Voorkomt, dat de machine per ongeluk wordt aangezet
- zet de machine aan door eerst veiligheidsschakelaar F
naar voren te drukken en daarna trekker-schakelaar G
in te drukken
- zet de machine uit door trekker-schakelaar G los te
laten
• Werken met de machine
! begin pas met snoeien als de motor draait
! snoei geen grondbedekkende planten om te
voorkomen dat aarde/zand de snijmessen H ②
beschadigen
- overbelast de machine niet
- haal de machine weg van het snoeigebied voordat u
deze uitschakelt
! nadat de machine is uitgeschakeld, blijven de
snijmessen nog enkele seconden in beweging
• Bescherming snijbladpunt J ②
- voorkomt, dat de machine een terugslag veroorzaakt
wanneer harde objecten worden geraakt (zoals
hekpalen of huismuren)
- beschermt de eindbladen tegen schade
• Vasthouden en leiden van de machine
- houd de machine stevig met beide handen vast en
zorg ervoor, dat u stevig staat
! houd de machine tijdens het werk altijd vast bij
het(de) grijs-gekleurde greepvlak(ken) ⑮
- geleid de machine voor u uit
- houd de machine uit de buurt van stevige objecten
om de snijmessen te beschermen tegen overmatige
slijtage
• Snoeien van heggen ⑯
- snoei eerst de zijkanten van de heg (van onder naar
boven) en vervolgens de bovenkant
- snoei de zijkant van een heg zodanig, dat deze aan de
bovenkant iets smaller wordt
- gebruik een handzaag of een snoeischaar voor het
afknippen van dikkere takken
TOEPASSINGSADVIES
• Een heg snoeien op gelijk hoogteniveau
- maak een stuk touw op de gewenste hoogte vast
langs de lengte van de heg
- snoei de heg net boven dit touw
• Aanbevolen snoeitijden (West-Europa)
- snoei bladverliezende heggen in juni en oktober
- snoei groenblijvende heggen in april en augustus
- snoei coniferen en andere snelgroeiende struiken van
mei tot oktober om de zes weken
ONDERHOUD / SERVICE
• Deze machine is niet bedoeld voor professioneel
gebruik
• Houd de machine, de lader en de snijmessen schoon
! haal de oplader uit het stopcontact voordat u
deze schoonmaakt
! verwijder altijd de batterij vóór het reinigen
- maak het apparaat schoon met een vochtige doek
(gebruik geen reinigings- of oplosmiddelen)
- reinig ventilatieopeningen K ② regelmatig met een
borstel of met perslucht
- reinig de snijmessen na gebruik altijd zorgvuldig en vet
deze licht in
! draag handschoenen bij het hanteren of reinigen
van de snijmessen
• Controleer de staat van de snijmessen en controleer op
losse bouten
• Controleer regelmatig op versleten of beschadigde
onderdelen en laat deze zo nodig repareren/vervangen
• Slijpen van de snijmessen
! verwijder de batterij uit de machine
- slijp de snijmessen met een smalle, gladde vijl als een
vast object deze heeft beschadigd
- we raden u echter aan de snijmessen door een
specialist te laten slijpen
- vet de snijmessen in na het slijpen
• Opslag ⑰
- berg de machine binnenshuis op in droge, afgesloten
ruimten, buiten het bereik van kinderen
21