6. Installatie
De veiligheid van een systeem waarin dit product wordt gebruikt, is de
verantwoordelijkheid van het montage- of installatiebedrijf van het systeem.
Opmerking
Wanneer de unit onder spanning staat, mogen geen connectoren worden
aangebracht of losgekoppeld. Anders kunnen inwendige componenten
beschadigd raken.
Elektrische aansluiting
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schokken
Als dit product niet goed is geaard, bestaat er gevaar voor elektrische
schokken.
Om dit gevaar te voorkomen, moet u altijd een 3-aderige (geaarde) netkabel
gebruiken en ervoor zorgen dat de massa goed is verbonden met de
gebouwinstallatie.
Waarschuwing! Brandgevaar
Er bestaat brandgevaar als er een netkabel wordt gebruikt die niet aan de
minimumvereisten voldoet.
Om dit gevaar te voorkomen, dient u altijd netkabels te gebruiken die minstens
voldoen aan de vermelde minimumvereisten.
Interfaces
StroomindicatieLED
1
LEDindicator van netwerk
2
9 10 F1: Vervangbare
3
zekeringhouder
X100: Voedingsconnector
4
S1: Aan/uitknop
5
Moduleconnectoren
8 19
X110: Voedingsconnector
11
Netkabel
747501-01
747501-02
L:
netspanning (bruin)
N:
nulleider (blauw)
Aardingsaansluiting (massa) (groen/
geel)
3-aderig (geaard)
Min. kabeldoorsnede: 0,75 mm
Max. kabellengte: 3 m
2
84