Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Extra functies
Functie: Hoogte-instelling
Met behulp van de klemhendel (14) kan de gewenste hoogte van de behuizing
van de laser worden ingesteld.
Functie: Fijne instelling
Met de fi jne instelling (11) kan de behuizing van de laser zeer nauwkeurig
worden gedraaid. Hierdoor worden de verticale laserlijnen exact uitgelijnd.
Controle van de kalibratie
De kruislijnen- en loodlaser MLL 3-20 is ontwikkeld voor het gebruik op
bouwplaatsen en heeft de fabriek in feilloos ingestelde toestand verlaten.
Zoals bij ieder precisie-instrument moet de kalibratie echter regelmatig
gecontroleerd worden.
Voor iedere aanvang van de werkzaamheden, in het bijzonder als het
apparaat werd blootgesteld aan sterke vibraties, dient een controle te
worden
uitgevoerd.
Verticale controle
Controle van de 2 verticale laserlijnen
1. Maak een referentielijn met bijv. een schietlood.
2. De MLL 3-20 wordt op afstand Y voor deze referentielijn geplaatst
en uitgelijnd.
3. De laserlijn wordt vergeleken met de referentielijn.
4. Op een afstand van 2 m mag de afwijking van de referentielijn
niet groter zijn dan 1 mm!
5. Deze controle moet voor beide verticale laserlijnen worden uitgevoerd.
Controle van de loodfunctie
1.
De MLL 3-20 wordt met het loodpunt precies op een vloermarkering
ingesteld.
2.
Op het plafond wordt het geprojecteerde laserlijnkruis gemarkeerd.
3.
De MLL 3-20 wordt 180° gedraaid en met het loodpunt weer op de
vloermarkering ingesteld.
4.
Op het plafond wordt het geprojecteerde laserlijnkruis gemarkeerd.
5.
Het gemeten verschil van de markeringen is het dubbele van de
daadwerkelijke afwijking. Het verschil mag bij 5 m plafondhoogte
niet groter zijn dan 3 mm.
afb. (B6)
afb. (B9)
afb. (C1)
afb. (C2)
nl
I.
II.
23
Tabla de contenido
