Montage
3.2
Elektrische installatie
Zonnepaneel aansluiten
x Er mogen geen meerdere omvormers boven elkaar worden gemonteerd om een
onderlinge verhitting te voorkomen.
x Bij de montage van de omvormer in een schakelkast of gesloten ruimte dient op
voldoende warmteafvoer te worden gelet.
x De omgevingstemperatuur mag niet lager of niet hoger zijn dan -25 °C resp. +40
°C. Bij omgevingstemperaturen die hoger zijn dan 40 °C, laat de omvormer zijn
vermogen automatisch dalen.
x De omvormer mag niet aan rechtstreekse zonnestraling blootgesteld worden om
hem te beschermen tegen onnodige verhitting van buitenaf.
Voor de montage van de omvormer gaat u als volgt te werk:
1. Houd de wandhouder op de plaats, waar u de omvormer wilt aanbrengen, en te-
ken de montagegaten aan.
2. Boor de gaten met een boor Ø 10 mm. Een boormal met exacte afmetingen
vindt u in de bijlage.
3. Monteer de wandhouder afhankelijk van de hoedanigheid van de ondergrond
met passende schroeven en pluggen.
4. Draai de borgschroef van de omvormer rechts onderaan los met een inbussleu-
tel.
5. Hang de omvormer bovenaan aan beide kanten in de uitsparingen van het mon-
tageframe op.
6. Borg de omvormer, doordat u de borgschroef vastdraait.
GEVAAR
Levensgevaar door stroomschokken!
x Het aanraken van onder spanning staande delen kan dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
Installatie
125