Legenda Symbolen - BIOTRONIK Cruiser-18 Manual Del Usuario

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
Nederlands
VOORZORGSMAATREGELEN
voerdraad in gevaar brengen en tot complicaties leiden.
buitendiameter van de voerdraad met de specificaties op
aanvullende hulpmiddelen.
modellering. Identificeer het buigvlak voordat u de tip gaat
vormen. Vorm in hetzelfde vlak als het buigvlak.
alleen worden uitgevoerd onder bewaking met hoogwaardige
fluoroscopie.
metalen canule of object met scherpe randen en manipuleer
hem daar ook niet in.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Verwijder de voerdraad met de beschermspiraal met behulp van
een steriele, aseptische techniek uit de verpakking en plaats ze
in het steriele veld.
2. Om de voerdraad beter te laten glijden spoelt u de
beschermspiraal door met een fysiologische zoutoplossing. Er
is een luerlock-aansluiting aan de beschermspiraal bevestigd.
3. Duw voorzichtig het proximale uiteinde van de voerdraad
vanaf het venster van de beschermspiraal, zodat de tip en een
gedeelte van de schacht vanuit de luerlock zichtbaar zijn. Duw
tot het gehele proximale uiteinde in de beschermspiraal is
verdwenen. Trek voorzichtig aan de distale voerdraadschacht
die dan uit de luerlock steekt, tot de gehele draad uit de
beschermspiraal is verwijderd. Pak de distale tip van de
voerdraad niet vast terwijl u deze uit de beschermspiraal haalt.
4. Indien gewenst vormt u de voerdraad met behulp van een
standaardtechniek. Bij het voorbereiden op het vormen van het
tipgedeelte houdt u de tip tussen twee vingers. Haal uw vinger
voorzichtig over de veerspiraal om het buigvlak te identificeren
en voltooi de vormprocedure. Inspecteer de spiralen na het
vormen op beschadiging. Gebruik voor het vormen geen
instrument met scherpe randen.
5. Plaats de voerdraad in de introducerschacht en voer hem in het
doelvat en door de laesie op met behulp van fluoroscopie om de
juiste plaatsing van de voerdraad te vergemakkelijken.
6. Breng het kathetersysteem over het proximale uiteinde
van de voerdraad en door de hemostatische klep van de
introducerschacht in en voer hem op in de doellaesie.
7. Er kan een torsie-instrument worden toegepast op het
proximale uiteinde van de voerdraad.
8. Let op: De voerdraad moet in het midden van het torsie-
instrument worden geplaatst. Het torsie-instrument moet
volledig worden aangedraaid.
9. Voltooi de procedure en verwijder het aanvullende hulpmiddel
en de voerdraad overeenkomstig het procedureprotocol.
8

LEGENDA SYMBOLEN

Verklaring van de symbolen op het etiket op de verpakking:
Uitsluitend voor
eenmalig gebruik
Zie de gebruiks-
aanwijzing voor
gebruik
Referentienummer
Partijnummer
Gesteriliseerd met
ethyleenoxidegas
Uiterste gebruiks-
datum
Fabrikant
Niet opnieuw steriliseren
Niet gebruiken als de
verpakking beschadigd is
Droog houden
Niet in zonlicht bewaren
Temperatuurbegrenzing
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido