Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
ii.
De accu opladen
Raadpleeg het schema met de beschrijving van de accu om te
weten waar de oplaadconnector zit.
Als er in de buurt van uw fiets een stopcontact vrij is, kunt u de
accu direct opladen zonder deze van de fiets te halen. Zo niet,
haal de accu dan van de fiets (raadpleeg het voorgaande
hoofdstuk).
Tijdens het opladen gaat het controlelampje op de oplader
rood branden om aan te geven dat het opladen bezig is. Het
wordt groen wanneer de accu is opgeladen.
Haal na het opladen de stekker uit het stopcontact en daarna
de stekker uit de accu. Doe vervolgens het dekseltje weer op de
accuconnector.
AANBEVELINGEN:
-
De accu moet binnen opgeladen worden in een
geventileerde ruimte.
-
De accu kan worden opgeladen met gebruik van een
normaal stopcontact. De schakelaar hoeft niet gebruikt te
worden.
-
De accu tijdens gebruik altijd vergrendelen met de
sleutel.
-
Haal de sleutel uit de accu en bewaar deze op een veilige
plek.
-
Probeer de accu niet te installeren of te verwijderen als
het slot vergrendeld is: zo kunt u beveiliging van uw accu
breken.
III.
Voorbereiding vóór gebruik
U kunt verschillende onderdelen van uw fiets instellen om zo
optimale prestaties en rijcomfort te verzekeren.
a) Meten
en
zadelhoogte
afhankelijk
lichaamsbouw van de fietser
-
Steek de zadelpen in de zadelbuis.
instellen
van
de
van
de
-
Stel de hoogte van de zadelbuis af op de lichaamsbouw
van de gebruiker zonder de minimale insteekmarkering
op de zadelbuis te overschrijden. Deze markering mag
niet zichtbaar zijn bij het gebruik van de fiets.
Advies: om uw zadelhoogte te bepalen, gaat u op de fiets
zitten en zet u een hak op de trapper die zich in de laagste
stand bevindt (stand B), met de crank parallel aan de zadelpen.
De zadelhoogte is correct als uw been gestrekt is in deze
positie.
b) Meten
stuurhoogte
lichaamsbouw van de fietser
Uw fiets is uitgerust met een klassieke stuurpen: Dankzij dit
systeem, kunt u de hoogte en de kanteling van het stuur
instellen.
Voor het aandraaien van de stuurboog op de stuurpen:
-
Draai schroeven 1 en 2 los.
-
kantel de stuurboog naar wens en draai schroef 1 en 2 zo
aan dat de stuurpen in het midden van de stuurboog
blijft.
Afstellen van de uitlijning stuurboog/wiel:
-
Draai schroef 5 los.
-
Stel de stand van de stuurboog in ten opzichte van de as
van het wiel en draai schroef 5 weer aan. De stuurpen
moet uitgelijnd zijn met het voorwiel.
-
Draai schroef 5 weer vast.
Voor het instellen van de hoogte van de stuurboog op de
stuurpen:
-
Draai schroef 5 los.
-
Schuif de stuurpen in de steel van het frame naar boven
of naar beneden, afhankelijk van de lichaamsbouw van
de gebruiker, zonder dat de minimale insteekmarkering
te overschrijden, of tot aan de aanslag. Deze markering
mag niet zichtbaar zijn bij het gebruik van de fiets.
66/90
en
instellen
van
afhankelijk
van
2
5
1
4
3
de
de
Tabla de contenido
