Tabla de contenido
in contact komen met het oppervlak waarop het is
neergelegd, u kunt in dat geval de controle over dit
gereedschap verliezen.
Bij geconstateerde schade aan het netsnoer of de stekker
het apparaat niet aansluiten en niet gebruiken. Het apparaat
naar de service leveren om het snoer voor een storingvrij te
vervangen.
3. OMSCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Afb. A: 1. Boorkop, 2. Boordiepte-stop, 3. Aanvullende handgreep, 4.
Schakelaar van de moduswissel, 5. Deksel van het smeersysteem, 6.
Schakelaar, 7. Hoofdhandgreep, 8. Signalisatie van de aansluiting op het
stroomnetwerken
4. GEBRUIKSBESTEMMING VAN HET
GEREEDSCHAP
De boorhamer is geschikt voor hameren in steen, beton en baksteen en
voor lichte hakwerkzaamheden in het bouwmateriaal. Het apparaat is
voorzien van het slag die bij het hakken kan worden gebruikt. Dankzij de
mogelijkheid om de hoek van een beitel af te stellen, kan in verschillende
posities worden gehakt.
Het is toegestaan om het apparaat in renovatie- en constructiewerken,
reparatiewerkplaatsen, in amateurwerk te gebruiken wanneer aan de
gebruiksvoorwaarden en de toegestane werkomstandigheden in de
handleiding is voldaan.
5. BEPERKINGEN IN HET GEBRUIK
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt in overeenstemming met het
hieronder omschreven "Toegelaten werkomstandigheden."
Het apparaat mag enkel met de originele onderdelen en toebehoren
voorzien van SDS MAX worden gebruikt.
Onbevoegde aanpassingen in de mechanische en elektrische constructie,
onderhoud die niet in de gebruiksaanwijzing wordt omschreven, worden
beschouwd als onbevoegd en leiden tot onmiddellijk verlies van de
garantierechten en de conformiteitsverklaring wordt ongeldig.
Het gebruik niet in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing veroorzaakt
onmiddellijk verlies van de garantierechten.
Toegelaten werkomstandigheden
Tijdelijk werk S2 15 (15 minuten).
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik in gesloten
ruimtes met een efficiënt werkende ventilatie. Vermijd vocht.
6. TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Motor type
Voedingspanning [V]
Voedingsfrequentie [Hz]
Beschermingsklasse tegen elektrische schokken
Nominaal vermogen [W]
Draaisnelheid [min-1]
Slagfrequentie [min-1]
Slagenergie [J]
Bevestigingssysteem van het werkstuk
Geluidsemissie:
Geluidsvermogenniveau LWA [dB(A)]
Meetonzekerheid kLWA [dB(A)]
Geluidsdrukniveau LPA [dB(A)]
Meetonzekerheid kLPA [dB(A)]
Totale trillingswaarde
- ah,ID [m/s2] met slag
- meetonzekerheid kID [m/s2]
- ah,D [m/s2] zonder slag
- meetonzekerheid kD [m/s2]
Gewicht van het toestel [kg]
Informatie over geluid en trillingen.
De geluidsemissie bepaald in overeenstemming met EN 60745, de waarden
weergegeven in de bovenstaande tabel.
Geluidsoverlast kan gehoorschade veroorzaken, gebruik altijd tijdens
het werk gehoorbescherming!
De aangegeven geluidsemissiewaarde gemeten volgens een standaard
testmethode en kan worden gebruikt om het ene apparaat met het andere
te vergelijken. Het hierboven vermelde geluidemissieniveau kan ook worden
gebruikt om de blootstelling aan lawaai vooraf te beoordelen.
Het geluidsniveau tijdens het daadwerkelijke gebruik van het elektrisch
gereedschap kan van de aangegeven waarden afwijken, afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt, met name van het type
werkstuk en van de noodzaak om maatregelen te bepalen om de gebruiker
te
beschermen.
Om
de
gebruiksomstandigheden nauwkeurig in te schatten, moeten alle delen van
de gebruikscyclus in acht worden genomen inclusief de perioden waarin het
apparaat wordt uitgeschakeld of wanneer het wordt ingeschakeld maar niet
wordt gebruikt.
De gecombineerde waarde van trillingen a
bepaald in overeenstemming met EN 60745-2-11 en weergegeven in de
tabel
DED7837
cummutator
230~
50
II
1500
520
3790
12
SDS MAX
106,7
3
95,7
3
16,450
1,5
12,983
1,5
6,8
blootstelling
onder
werkelijke
en de meetonzekerheid
h
7. OP BEDRIJF VOORBEREIDEN
Alle inleidende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd wanneer de
stekker uit het stopcontact is gehaald.
Monteer de aanvullende handgreep. Schuif indien nodig de diepteaanslag.
Monteer het werkstuk. Zorg ervoor dat het werkstuk correct is bevestigd.
Kies een werkmodus.
Montage van de aanvullende handgreep (afb.A, pos. 3)
Gebruik altijd een meegeleverde aanvullende handgreep.
Monteer de handgreeplus aan het hamerlichaam, draai de bout met het
greep gedeelte van de handgreep vast. Om aan de afstelmogelijkheden en
individuele wensen van de operator aan te passen, kan de draaiknop van de
handgreep worden losgemaakt en de handgreep op gewenste positie
afgesteld en daarna vastgedraaid. Houd tijdens de werkzaamheden de
boorhamer altijd met beide handen! Vooraleer het elektrische gereedschap
wordt gestart, zorg ervoor dat de zijhandgreep zo sterk is vastgedraaid dat
het niet door trillingen van de hamer verschuift.
Installatie van de diepteaanslag.
Maak de houder los door de handgreep open te maken. Schuif de
diepteaanslag (afb. A, pos. 2) in gewenste diepte en installeer door de
handgreep de drukken.
Installatie van een bit (beitel, boor)
Het apparaat kan enkel met de bits met een SDS MAX-houder worden
gebruikt.
Vóór het starten of bij vervanging van een bit telkens het smeerstof
controleren en eventueel bijvullen. Te weinig smeerstof kan in vergrendeling
van een beitel op de kop resulteren.
Om een bit (afb. B, pos. 1) te installeren, verschuif de beschermkap van de
houder naar achteren van het apparaat en het werktuig zetten en draaien tot
het dieper wordt (als het werktuig niet omdraait, kan het betekenen dat het
op de gewenste diepte is). De beschermkap van de houder naar de
startpositie vrijlaten. Zorg ervoor dat een bit correct is geïnstalleerd: leg het
apparaat horizontaal en probeer het een bit uit te schuiven door het licht naar
links of rechts te draaien. Is het niet mogelijk het bit uit te schuiven, wordt
het correct aangebracht.
Indien nodig een bit te demonteren, handel in omgekeerde volgorde (zie afb.
C).
Functie kiezen
De hamerboor is voorzien van drie bedieningsmodi (afb. D) - boren met een
slag (afb. D, pos. 2), hameren (afb. D, pos. 4) en hameren met wisselende
beitelhoek (afb. D, pos.3). De schakelaar is op een plaats aangewezen op
de afbeelding met A, pos. 4
Om de bedieningsmodus te wijzigen - met het uitgeschakeld gereedschap
- op de rode knop op de schakelaar (afb. D, pos. 1) drukken, de functieknop
voor bedrijfsmodus draaien en in de juiste positie (afb. D, pos. 5) instellen.
Op de draaiknop zijn de symbolen van de werkmodus (afb. D, pos. 2, 3, 4),
en op het lichaam is een pijl die de keuze van de gewenste werkmodus
aangeeft (afb. D, pos. 5)
Gebruik de boorhamer op een goed verlichte plek. De schakelaar bevindt
zich op de handgreep van het apparaat. De aandrijfmotor werkt zolang de
schakelaar wordt ingedrukt. Neem bij het werk met het gereedschap zo`n
lichaamshouding die het kantelen voorkomt.
8. AAN HET NETWERK AANSLUITEN
Vooraleer het toestel aan een elektriciteitsbron wordt aangesloten controleren
of de voedingsspanning met de op de typeplaat weergegeven waarde
correspondeert.De voedingsinstallatie van het toestel dient te worden
uitgevoerd in overeenstemming met belangrijkste vereisten betreffende de
elektrische installatie en dient aan de veiligheidseisen voor gebruik te voldoen.
De parameters van de minimale diameter van de voedingskabel en de minimale
waarde van de zekering afhankelijk van het vermogen van het toestel worden in
de onderstaande tabel weergegeven.
De installatie dient door een bevoegde elektricien te worden uitgevoerd. Bij
gebruik van verlengkabels dient men te controleren of de diameter van de draad
niet kleiner dan vereist is (zie tabel). De elektrische kabel zo plaatsen dat hij
tijdens bedrijf niet doorgesneden kan worden. Geen beschadigde verlengkabels
gebruiken.De technische toestand van de voedingskabel periodiek controleren.
Aan de voedingskabel niet trekken.
Het vermogen van
De minimale
het toestel [W]
leidingdiameter [mm2]
<700
700÷1400
1400÷2300
>2300
2,5
9. GEREEDSCHAP AANZETTEN
Vooraleer het apparaat wordt gestart moeten de werkzaamheden als in het
hoofdstuk "Op werk voorbereiden" worden verricht.
Zet de stekker in de stopcontact. Steun het werkstuk op de oppervlakte. Start te
werken.
10. GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
Bij werk met boorhamer is een lichte rotatiebeweging van een bit toegestaan.
Horizontaal boren met slag
Zorg ervoor dat in de boorzone geen elektrische kabels onder spanning, leidingen
en andere bedrading van de infrastructuur van een woongebouw zijn. Als het is
vermoeden dat de kabels zich in de buurt van de boorzone bevinden, is het
absoluut noodzakelijk om de circuits van de voeding te ontkoppelen.
Het boren van de gaten met klein diameter wordt gestart door de punt van de boor
op de gewenste plaats waar geboord moet worden te plaatsen en te drukken.
Diepe boringen met lange boren worden door geleidelijk verdiepen bereikt d.w.z.
door het boren met enkele langere boren. De lengte van een boor zo aan te
De minimale waarde van
de zekerheid type C [A]
0,75
6
1
10
1,5
16
16
23
Capítulos
Tabla de contenido
