PNI GD-01 Manual De Usuario página 32

Ocultar thumbs Ver también para GD-01:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
NL
4. Installeer de gasdetector niet in de buurt van de volgende bronnen: directe luchtstroom veroorzaakt door
wind, ventilatoren, open deuren of ramen, stoombronnen, dampen, enz.
5. De draden moeten de juiste maat en kleur hebben om verkeerde verbindingen te voorkomen. Een verkeerde
bedradingsaansluiting kan gevolgen hebben bij een alarm door gaslekkages.
VERBINDING
Voedingsingang
Magneetventiel
GEBRUIKSINSTRUCTIES:
1. Kies de juiste plaats om de gasdetector te installeren. Volg de installatie-instructies.
2. Sluit de gasdetector aan op een 230V-stroombron. De groene LED licht op. De rode LED knippert ongeveer
3 minuten om de initialisatie van de sensor aan te geven. Aan het einde van de initialisatie hoort u een
bevestigingsgeluid en gaat de sensor naar de normale bedrijfsmodus. De groene LED blijft tijdens bedrijf
branden.
3. Als de detector een gaslek detecteert, knipperen de rode LED en gele LED en zal de ingebouwde sirene een
herhalend geluid afgeven. De gasdetector stuurt een impuls naar het magneetventiel waardoor de gastoevoer
wordt onderbroken. De gasdetector keert terug naar de oorspronkelijke bedrijfstoestand na het verspreiden
van het gas of het bijtanken.
4. Als de gele LED brandt, duidt dit op een interne sensorfout. Schakel de stroom uit en neem contact op met
een servicecentrum.
ZELFTEST
Om een geïnstalleerde gasdetector te testen, kunt u een beetje lichter gas in de lucht verspreiden op een
afstand van 5 cm van de gassleuven van de detector. LET OP: Regelmatig testen kan de gevoeligheid van
de sensor verminderen. De detector onderbreekt het alarm en keert terug naar de normale werking, nadat de
gasdichtheid onder het alarmniveau is gedaald.
TE VOLGEN PROCEDURES IN GEVAL VAN ALARM
De gasdetector gaat in de alarmstatus als de gasdichtheid in de kamer het minimale alarmniveau (20% LEL)
overschrijdt.
Ga als volgt verder:
1. Sluit de gastoevoerkraan onmiddellijk
2. Open het raam en laat lucht in de kamer
3. Zet elk vuur uit en gebruik niets dat brand kan veroorzaken, zoals aanstekers, lucifers
4. Vermijd het inschakelen van elektrische apparatuur
5. Probeer de exacte plaats te vinden waar het gaslek plaatsvindt en waarschuw onmiddellijk de gespecialiseerde
instellingen of een gekwalificeerd persoon.
WAARSCHUWINGEN
1.
De gasdetector moet correct worden geïnstalleerd en aangesloten.
2.
De gasdetector moet gevoed worden door een 230V voeding.
3.
Test de detector elke zes maanden op werking.
4.
Om verschillende redenen, zoals veranderende omgevingsomstandigheden, stroomuitval of frauduleuze
werking van het elektronische systeem, is het mogelijk dat het product niet goed werkt. De gebruiker wordt
aangeraden alle voorzorgsmaatregelen te nemen met betrekking tot zijn veiligheid en zijn goederen .
32
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

V-02

Tabla de contenido