4. Kies Aan om de werking van de sipper in te schakelen.
Opmerking: Als Aan is geselecteerd, voert de sipper een sippercyclus uit vóór iedere meting en een
spoelcyclus (indien ingeschakeld) na iedere meting.
5. Selecteer en configureer elke optie.
Optie
Omschrijving
Sip-tijd
De tijdsperiode instellen waarin de sipper het monster vóór iedere meting door de
doorstroomkuvet trekt. Opties: 1 tot 99 seconden (standaard: 8 seconden). De
doorstroomsnelheid van de pomp is 1 ml/sec.
Wachttijd
De tijdsperiode instellen waarin het monster in de doorstroomkuvet blijft voordat het wordt
gemeten. Opties: 1 tot 999 seconden (standaard: 5 seconden). Gebruik de instelling
Wachttijd om de luchtbellen en troebelheid in het monster voor iedere meting te laten
afnemen.
Spoeltijd
De tijdsperiode instellen waarin de sipper een door de gebruiker geleverd spoelmiddel door
de doorstroomkuvet trekt wanneer een spoelcyclus wordt uitgevoerd. Opties: Uit (standaard)
of 1 tot 99 seconden (standaard: 8 seconden).
Opmerking: Om het monster uit de buis te verwijderen is ten minste 120 ml spoelmiddel
nodig.
Start spoelen Instellen of de spoelcyclus automatisch begint na een meting of nadat de gebruiker op
Spoelen drukt. Opties: Automatisch (standaard) of Handmatig.
Opmerking: De knop Start spoelen werkt alleen wanneer Spoeltijd is ingesteld op Aan.
6. Druk op OK.
Om af te sluiten zonder de wijzigingen op te slaan, drukt u op Annuleren. Om de
fabrieksinstellingen te herstellen, drukt u op Standaard.
Doorstroomassemblage en slangen spoelen
Spoel nieuwe doorstroomassemblages en slangen voorafgaand aan het eerste gebruik.
1. Leg de toevoerslang in ongeveer 400 ml demi-water.
Zorg ervoor dat de slangopening zich onder in het bekerglas bevindt.
2. Druk op Sipper en vervolgens op Spoelen om een spoelcyclus te starten.
3. Herhaal stap
2
totdat ongeveer 360 mL demi-water door de doorstroomassemblage en slang is
getrokken.
4. Druk op OK.
Meten van een monster
1. Voer als volgt een spoelcyclus uit:
a. Leg de toevoerslang in demi-water.
b. Druk op Sipper en vervolgens op Spoelen om een spoelcyclus te starten.
c. Druk op OK.
2. Leg de toevoerslang in het monster.
3. Druk op de toets Lezen. De sipper voert een sippercyclus uit, waarna de troebelheidsmeter het
monster meet.
Als Start spoelen is ingesteld op Automatisch, wordt na de meting een spoelcyclus uitgevoerd.
Als Start spoelen is ingesteld op Handmatig, verandert de knop Meten in de knop Spoelen.
4. Druk op Spoelen om indien nodig een spoelcyclus te starten.
5. Herhaal stap
3
en
6. Voer een spoelcyclus uit. Raadpleeg stap 1.
4
totdat de monstermetingen zijn voltooid.
Nederlands 109