Wij danken u voor uw aankoop van een autozitje van groep 2-3. Indien u hulp wenst met
betrekking tot dit product, kunt u zich richten tot onze
terkant van deze handleiding).
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING: Lees deze instructies voor gebruik aandachtig door en bewaar deze
handleiding als referentie. Indien u deze instructies niet naleeft, kan dat de veiligheid
van uw kind beïnvloeden.
voren is gericht en is uitgerust met een driepuntsveiligheidsgordel (1).
•
Stijve elementen en plastic onderdelen van het kinderzitje moeten zo worden opgesteld en
geïnstalleerd dat ze in normale gebruiksomstandigheden van het voertuig niet onder een
beweegbare zetel of in de deur van het voertuig klem kunnen komen te zitten.
•
Span alle riemen op waarmee het kinderzitje aan het voertuig wordt bevestigd en stel
de riemen zo in dat ze het kind op zijn plaats houden. De riemen mogen bovendien niet
verdraaid zijn.
•
Zorg ervoor dat de riemen voor onder de buik zo laag mogen worden gedragen, zodat het
bekken stevig op zijn plaats wordt gehouden.
•
Vervang het systeem wanneer het bij een ongeval aan zware schokken is blootgesteld.
•
Het is gevaarlijk om het zitje op eender welke manier te wijzigen of aan te vullen zonder
de toestemming van de bevoegde instantie. Het is ook heel belangrijk om de installatie-
instructies van de fabrikant van het kinderzitje nauwgezet te respecteren.
•
Beschut het zitje tegen zonnestraling, zodat het kind zich niet verbrandt.
•
Laat het kind niet alleen achter wanneer het in het kinderzitje zit.
•
Zorg ervoor dat bagage en andere voorwerpen die blessures zouden kunnen veroorzaken
bij de gebruiker van het zitje bij een ongeval, stevig vast zitten.
•
Gebruik het kinderzitje niet zonder de hoes.
•
Vervang de hoes van het zitje alleen door een hoes die door de constructeur is aanbevo-
len, want deze heeft een onmiddellijk effect op de werking van het zitje.
•
Gelieve contact op te nemen met de fabrikant van het kinderzitje als u vragen hebt over de
installatie en het goede gebruik van het zitje.
•
Installeer uw kinderzitje op de zitplaatsen die in de gebruiksaanwijzing van uw voertuig
onder de categorie 'universeel' staan vermeld.
•
Gebruik geen andere lastdragende contactpunten dan de punten die in de instructies zijn
beschreven en op het kinderzitje zijn gemarkeerd.
•
Gebruik altijd bij voorkeur de zitplaatsen achterin, zelfs als het verkeersreglement een
installatie op de voorste zetel toelaat.
•
Controleer altijd of de veiligheidsgordel van de auto is vastgeklikt.
•
Zorg ervoor dat het kind tijdens de winter niet in het kinderzitje wordt geplaatst terwijl het
te ruime kleren draagt.
Installeer uw autozitje van groep 2-3 alleen op een zetel die naar
klantenservice
(gegevens op de ach-
11
NL