SBS 1300 - NL Seite 25 Dienstag, 27. Februar 2007 9:46 09
Voor ingebruikname
Let op de netspanning: De spanning van het stop-
kontakt moet met die op het typeplaatje van de
machine overeenkomen.
Plaatsen van het zaagblad
(zie afbeelding
)
A
B
Voor alle werkzaamheden aan de machine de
stekker uit de kontaktdoos trekken.
Snelwisselopname 3 openen; hiervoor spanring
in pijlrichting draaien en vasthouden.
Zaagblad 1 er tot de aanslag inschuiven en de
spanring loslaten. Het zaagblad wordt dan auto-
matisch ingespannen. Controleren of het zaag-
blad vastzit (beschermhandschoenen dragen).
Alleen zaagbladen met voldoende lengte gebrui-
ken. Het zaagblad moet ook bij de kortste slag
(H) over het werkstuk uitsteken. Zaagbladen kun-
nen breken als u tegen het werkstuk of de gelei-
debeugel stoot.
Geleidebeugel verstellen (zie afbeelding
In het gedeelte kort voor de geleidebeugel slijt
het zaagblad normaliter het meest. Om de
standtijd van het zaagblad te verhogen kan
de geleidebeugel worden verschoven.
Zet de spanhende 7 omlaag en schuif de gelei-
dingsbeugel in de gewenste stand. Draai de
spanhendel weer omhoog.
Ingebruikname
In- en uitschakelen
Inschakelen:
aan/uit-schakelaar 6 indrukken.
Uitschakelen: aan/uit-schakelaar 6 loslaten.
Aantal zaagbewegingen vooraf instellen
Met het stelwiel 5 kunt u het aantal zaagbewegin-
gen (bewegingen van het zaagblad per minuut) tra-
ploos regelen.
Door de aan/uit-schakelaar 6 meer of minder in te
drukken, kunt u het aantal zaagbewegingen
traploos verstellen, tot aan het aantal zaagbewegin-
gen dat met het stelwiel is ingesteld.
Zoek in de tabel (zie pagina 3) het aantal zaagbe-
wegingen op dat voor het te bewerken materiaal
geschikt is en stel het juiste aantal in met het stelwiel.
Pendelbeweging (zie afbeelding
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbewe-
ging kunt u zaagsnelheid, zaagcapaciteit en zaag-
beeld optimaal aan het te bewerken materiaal aan-
passen.
De pendelbeweging kunt u met de omschakelknop 4
in- en uitschakelen:
Pendelbeweging AAN
Pendelbeweging UIT
Neem de volgende adviezen in acht:
– Schakel de pendelbeweging uit als de zaagrand
fijn en schoon moet worden.
– Schakel de pendelbeweging uit bij het bewerken
van dunne materialen, zoals metaalplaat.
– Schakel de pendelbeweging uit bij het bewerken
)
C
van harde materialen, zoals staal.
– Werk met pendelbeweging in zachte materialen,
zoals hout, en bij het zagen in de richting van de
houtnerf.
Aanwijzingen voor het gebruik
Eest goed controleren of er geen electrische of
andere leidigen lopen (b. v. met speciale zoeker). Bij
het zagen alleen de machine aan de kunststof delen
vasthouden. Hierdoor wordt een schok voorkomen
bij het eventueel aanzagen van een leiding.
Om trillingen te voorkomen de geleidebeugel bij het
zagen vlak op het materiaal drukken.
Zagen in metaal
Het metaal met een gering aantal slagen aanzagen
en vervolgens met de druckschakelaar het aantal
slagen langzaam opvoeren. Wanneer u van binnen
naar buiten moet zagen eerst een boorgat (dat iets
groter is dan het zaagblad) maken en van daaruit
de zaagsnede beginnen.
Bij metaalzagen langs de zaaglijn koel- en smeer-
middelen aanbrengen (olie, petroleum).
)
D
25