Olimpia splendid Bi2 B0659 Instrucciones De Montaje Y Uso página 19

Ocultar thumbs Ver también para Bi2 B0659:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 13
Het is mogelijk om op de klemmetjes A en B (afb. 4 ref. C) het schoon contact
(niet onder spanning) van een eventuele (niet bijgeleverde) aanwezigheidssensor
aan te sluiten, bij het sluiten waarvan de geselecteerde omgevingstemperatuur
automatisch met 2,5°C verhoogd wordt (bij koeling) of verlaagd wordt (bij
verwarming). Wanneer 0°C ingesteld is, wordt het apparaat bij het sluiten van het
contact gedeactiveerd (stand-by)
Het is niet mogelijk de ingang parallel op die van andere
elektronische kaarten aan te sluiten (gebruik gescheiden
contacten).
Voor de aansluiting op de aanwezigheidssensor is het nodig gebruik
te maken van een kabel met dubbele isolatie en een minimum doorsnede
van 2 x 0,5 mm
met een maximum lengte van 20 m (houd deze aansluiting
2
gescheiden van de elektrische voedingslijn van het apparaat).
2.7 SPECIALE FUNCTIES
• Air sampling: in de werkwijze verwarming of koeling, met een
omgevingstemperatuur die respectievelijk hoger of lager is dan de
gewenste waarde, wordt de ventilator gedurende 1 minuut bij de minimum
snelheid en met instelbare intervallen tussen 1 en 60 minuten gevoed.
Op deze wijze is het systeem in staat de temperatuur in de omringende
omgeving op adequate wijze gecontroleerd te houden en zo snel mogelijk
opnieuw geactiveerd te worden wanneer dat nodig is.
• Compensatie omgevingstemperatuur: in speciale situaties (bijv. apparaten
die op het plafond geïnstalleerd zijn) kan het nodig zijn het eventuele
verschil tussen de door de elektronische kaart verworven temperatuur
en de daadwerkelijke temperatuur van de omgeving waarin het apparaat
aanwezig is, te compenseren (instelbare offset tussen +5°C en -5°C).
Beide hiervoor beschreven functies kunnen in de fabriek geactiveerd
worden, dan wel door een geautoriseerd assistentiecentrum, na het
verzoek van de klant.
2.8 SLUITING APPARAAT
• Monteer opnieuw de buitenkant van de ventilatorconvector/ventilatorradiator;
• draai de bovenste bevestigingsschroef van het zijkantje (afb. 1 ref. L of ref. F)
los;
• monteer opnieuw het beschermrooster van de luchtuitlaat (afb. 1 ref. A).
• Breng de bijgeleverde schroefafdekking in positie in de daarvoor bestemde
behuizing op het controlepaneel (afb. 1 ref. H).
2.9 ELEKTRISCH SCHEMA (afb. 6)
H2 temperatuursonde water
AIR temperatuursonde lucht
M1 motor ventilator
S1 veiligheidsmicroschakelaar aanzuigrooster (alleen aanwezig op enkele
modellen)
Y1 elektroklep warm water (230V-50Hz, max 10W)
Y2 elektroklep koud water (230V-50Hz, max 10W) (*).
FF servomotoren mobiel aanzuigpaneel (alleen aanwezig op enkele modellen)
S2 contact aanwezigheidssensor (niet bijgeleverd)
(*)
Alleen aanwezig op apparaten voor installaties met 4 buizen.
2.10 INSTELLING AUTOMATISCHE WERKWIJZE KOELING/VERWARMING
De instelling van dit type regeling stelt de bediening in staat om de
selectie van koeling of verwarming automatisch uit te voeren waarbij de
gewone manuele selectie wordt buitengesloten. De instelling van dit type
regeling maakt het mogelijk de opdracht tot selectie van de werkwijze koeling of
verwarming automatisch te verstrekken waarbij de normale handmatige selectie
wordt buitengesloten. Deze regeling is bijzonder geschikt voor de versies van
apparaten met 4 buizen en kan alleen geactiveerd worden door een gekwalificeerde
en geautoriseerde installatietechnicus. Om deze functie te activeren, moet de
toets voor de selectie koeling/verwarming (afb. 7 ref. B) 10 seconden ingedrukt
gehouden blijven tot de blauwe en rode symbolen (afb. 7 ref. C en D) gelijktijdig
ingeschakeld worden. Deze instelling wordt ook gehandhaafd in geval van een
onderbreking van de voeding.
Om de functie van de automatische instelling van de koeling/verwarming te
deactiveren, moet opnieuw gedurende 10 seconden op de toets voor de selectie
van de koeling/verwarming gedrukt worden. Controleer vervolgens of het mogelijk
is om bij iedere druk op deze toets op cyclische wijze de werkwijze voor alleen
koeling (blauw controlelampje afb. 7 ref. C brandt), alleen verwarming (rood
controlelampje afb. 7 ref. D brandt) of ventilatie (blauwe en rode controlelampjes
beide uit) in te stellen.
NL
De bediening maakt de instelling van de omgevingstemperatuur volledig autonoom
via de programma's AUTO, STIL, NACHT en MAX door middel van een sonde die
in het lage deel van de ventilatorradiator/ventilatorconvector geplaatst is en die
een antivriesbeveiliging garandeert, ook wanneer het apparaat op stand by staat.
Beschrijving bedieningspaneel (afb. 7)
A
Keuzeschakelaar omgevingstemperatuur (15°C-30°C)
B
Toets voor selectie werkwijze koeling/verwarming en reset alarm vuil filter
C
Controlelampje werking in de werkwijze koeling
D
Controlelampje werking in de werkwijze verwarming
E
Controlelampje werking maximum snelheid
F
Controlelampje automatische werking
G
Controlelampje geruisloze werking
H
Controlelampje nachtwerking
L
Toets ON/Stand-by en selectie werking ventilator
3.1 ACTIVERING /DEACTIVERING
Indien een hoofdschakelaar op de elektrische voedingslijn voorzien wordt, moet
deze ingeschakeld zijn.
Om de ventilatorconvector/ventilatorradiator te activeren, dient men op de toets
te drukken (afb. 7 ref. L) en een van de werkwijzen te selecteren.
Om het apparaat uit te schakelen, dient men gedurende circa 2 seconden op de
toets
te drukken (afb. 7 ref. L). Het ontbreken van ongeacht welke
lichtsignalering duidt op de 'stand-by'-status (afwezigheid van functie).
Wanneer de bediening op deze werkwijze staat, wordt een anti-vriesbeveiliging
gegarandeerd. Als de omgevingstemperatuur onder de 5°C daalt, worden de
warmwater-elektroklep en de ventilatormotor bij de minimum snelheid geactiveerd.
3.2 MANUELE SELECTIE VERWARMING/KOELING
Door op de toets
(afb. 7 ref. B) te drukken, is het mogelijk op cyclische
wijze de werkwijze koeling (blauwe LED
afb. 7 ref. D) of ventilatie (rode LED en blauwe LED uit) te selecteren.
In de ventilatiewerkwijze blijven de elektrokleppen van zowel het warme als
het koude water uitgeschakeld terwijl de ventilator met de ingestelde snelheid
geactiveerd wordt.
De handmatige selectie van de werkwijze koeling/verwarming/ventilatie is niet
beschikbaar als de installateur op een eerder moment de automatische werkwijze
van koeling/verwarming ingesteld heeft. Deze functie wordt aangeduid door de
gelijktijdige inschakeling van de blauwe en rode LED bij iedere druk op de toets
(afb. 7 ref. B).
De daadwerkelijke werking van het apparaat in de werkwijze koeling of verwarming
is altijd afhankelijk van de temperatuur van het water dat in de installatie circuleert.
Als de temperatuur van het water geen waarde bereikt die geschikt is voor de
ingestelde werkwijze (dus het water is te warm bij koeling of te koud bij verwarming),
blijft de ventilatormotor uitgeschakeld en knippert het controlelampje van de huidige
werkwijze
blauw voor de koelmodus of
(afb. 7 ref. D).
3.3 INSTELLING VAN DE TEMPERATUUR
Het is mogelijk de gewenste waarde van de omgevingstemperatuur in te stellen met
de daarvoor bestemde keuzeschakelaar (afb. 7 ref. A). De minimum temperatuur
die ingesteld kan worden is 15°C (keuzeschakelaar volledig naar links) terwijl de
maximum temperatuur die ingesteld kan worden 30°C is (keuzeschakelaar volledig
naar rechts).
3.4 INSTELLING VAN DE AUTOMATISCHE WERKING
Om deze werkwijze te selecteren, dient men op de toets
te drukken tot controlelampje
werkwijze past het systeem met microprocessor de werking van het apparaat
automatisch aan al naargelang het veranderen van de omgevingsvoorwaarden.
Met name is de regeling van de snelheid van de ventilator dan geheel automatisch
tussen een minimum waarde en een maximum waarde, al naargelang de noodzaak
tot verwarming of koeling van de omgeving.
Als de omgevingstemperatuur in apparaten met straalplaat in de werkwijze
verwarming de gewenste waarde nadert, wordt de ventilator gedeactiveerd en blijft
het systeem de controle van de omgevingstemperatuur uitoefenen door middel van
uitsluitend het stralingseffect en natuurlijke convectie.
3 GEBRUIK
afb. 7 ref. C), verwarming (rode LED
rood voor de verwarmingsmodus
(afb. 7 ref. L)
(afb. 7, ref. F) geactiveerd wordt. In deze
19
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Bi2 b0673

Tabla de contenido