• Reinig afvoersystemen en oppervlakken die in
contact komen met levensmiddelen regelmatig.
• Bewaar rauw vlees en rauwe vis in geschikte bak-
ken in het toestel, zodat contact met andere
levensmiddelen niet mogelijk is, ook niet door
druppelen.
• As het toestel langdurig wordt blootgesteld aan
een ruimtetemperatuur onder +10 °C, kan een
gelijkmatige temperatuur in het vriesvak niet
worden gegarandeerd. Dit kan leiden tot een
temperatuurstijging in het vriesvak waardoor de
opgeslagen levensmiddelen kunnen ont-
dooien.
• Als het toestel voor een langere periode leeg
wordt gehouden:
– Schakel het toestel uit.
– Ontdooi het toestel.
– Reinig en droog het toestel.
– Laat de deur open om schimmelvorming in
het toestel te voorkomen.
!
VOORZICHTIG! Het niet in acht
nemen van deze waarschuwingen
kan leiden tot licht of matig letsel.
Letselgevaar
• Sluit en vergrendel de toesteldeur voordat u
gaat rijden.
• Het koelaggregaat aan de achterzijde van het
toestel wordt tijdens gebruik zeer heet. Zorg
ervoor dat u niet in contact kunt komen met hete
onderdelen bij het verwijderen van ventilatie-
roosters.
A
LET OP! Gevaar voor schade
• Vergelijk de spanningsgegevens op het type-
plaatje met de beschikbare energietoevoer.
• Sluit het toestel alleen als volgt aan:
– Gelijkstroomcontactdoos: gebruik alleen
kabels met een geschikte kabeldiameter.
– Wisselstroomcontactdoos: gebruik alleen de
bijgeleverde wisselstroomkabel.
• Trek de stekker nooit aan de kabel uit het stop-
contact.
• Als het toestel op een gelijkstroomcontactdoos
is aangesloten: Kies gebruik met gelijkstroom
(accubedrijf) alleen als u een accumonitor
gebruikt of de voertuiggenerator voldoende
spanning levert.
• Als het toestel op een gelijkstroomcontactdoos
is aangesloten: Ontkoppel het toestel van de
accu of schakel het uit wanneer u de motor uit-
schakelt. Anders kan de voertuigaccu leeg
raken.
• Let erop dat de ventilatieopeningen niet worden
afgedekt.
• Gebruik geen elektrische toestellen in het toe-
stel, behalve als deze toestellen daarvoor door
de fabrikant worden aanbevolen.
• Vul het binnenreservoir niet met vloeistoffen of
ijs.
• Bewaar zware voorwerpen zoals flessen of con-
serven uitsluitend in de toesteldeur, in het
groentevak of op de onderste legplank.
Veilig gebruik met gas
!
WAARSCHUWING! Het niet in acht
nemen van deze waarschuwingen
kan leiden tot ernstig letsel of de
dood.
Explosiegevaar
• Gebruik het toestel uitsluitend met de op het
typeplaatje aangegeven druk. Gebruik alleen
vast ingestelde drukregelaars die voldoen aan
de nationale voorschriften. Gebruik een vast
ingestelde DIN-DVGW-erkende drukregelaar
conform DIN EN 16129.
• Bij gebruik met gas mag het toestel uitsluitend
buiten worden gebruikt.
• Gevaar voor verstikking!
Gebruik van het apparaat met gas in een onge-
ventileerd bereik leidt tot zuurstoftekort in dit
bereik.
• Gebruik het toestel niet met gas in niet-geventi-
leerde ruimten zoals gesloten ruimten, tenten,
motorvoertuigen, campers, caravans, schepen,
jachten, laarzen en vrachtwagencabines.
• Plaats het apparaat niet in de buurt van ontvlam-
bare materialen (papier, droge bladeren, tex-
tiel).
• Houd ontvlambare voorwerpen uit de buurt van
de brander.
• Bewaar de flessen met vloeibaar gas nooit op
niet-geventileerde plaatsen of onder grondni-
veau (trechtervormige kuilen in de grond).
• Bescherm flessen met vloeibaar gas tegen
directe zonnestralen. De temperatuur mag niet
hoger zijn dan 50 °C.
4445103381
45