• Laat het gereedschap repareren door een erkend
Makita-servicecentrum
lasereenheid. De
lasereenheid
vervangen door een ander type laser.
Afstellen van de laserlijn aan de linkerzijde van het
zaagblad
1
1
Schroef voor verandering van het
verplaatsingsbereik van de stelschroef
2
Stelschroef
3
Inbussleutel
4
Laserlijn
5
Zaagblad
005527
Afstellen van de laserlijn aan de rechterzijde van het
zaagblad
1
1
Schroef voor verandering van het
verplaatsingsbereik van de stelschroef
2
Zaagblad
3
Laserlijn
005528
Voer beide afstellingen als volgt uit.
1.
Haal de stekker van het gereedschap uit het
stopcontact.
2.
Teken de zaaglijn op het werkstuk en plaats het
werkstuk op de draaitafel. Zet het werkstuk
voorlopig niet vast met een spanschroef of een
soortgelijk bevestigingsmiddel.
3.
Breng het zaagblad omlaag door het handvat
omlaag te brengen en controleer de positie van het
zaagblad in vergelijking met de zaaglijn. (Bepaal de
te zagen positie op de zaaglijn.)
4.
Nadat de te zagen positie is bepaald, brengt u het
handvat terug naar de oorspronkelijke positie. Zet
nu het werkstuk vast met de verticale spanschroef
zonder daarbij het werkstuk te verschuiven uit de
eerder gecontroleerde positie.
5.
Steek de stekker in het stopcontact en zet de
laserschakelaar aan.
6.
Stel de positie van de laserlijn als volgt af.
De positie van de laserlijn verandert wanneer u het
verplaatsingsbereik van de stelschroef voor de laser
verandert door twee schroeven te draaien met een
inbussleutel. (Het verplaatsingsbereik van de laserlijn is
in de fabriek ingesteld binnen 1 mm vanaf het zijvlak van
het zaagblad.)
bij
ieder
defect
mag
niet
2
4
3
2
Om het verplaatsingsbereik van de laserlijn verder weg
van
de
van het zijvlak van het zaagblad in te stellen, draait u de
worden
stelschroef los en vervolgens draait u de twee schroeven
naar links. Draai de stelschroef los en draai de twee
schroeven naar rechts om het verplaatsingsbereik
dichter bij het zijvlak van het zaagblad in te stellen.
Zie het gedeelte "Werking van de laserstraal" hierboven
en stel de stelschroef zodanig in dat de zaaglijn op het
5
werkstuk precies overeenkomt met de laserlijn.
OPMERKING:
• Controleer regelmatig of de positie van de laserlijn
nauwkeurig is.
• In geval van een defect in de laserinrichting dient u het
gereedschap door een erkend Makita servicecentrum
te laten repareren.
Vervanging van de TL-buis (Fig. 63)
Voor de modellen LS0714F, LS0714FL
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens de
TL-buis te vervangen.
• Bescherm de TL-buis tegen stoten, krassen of
schokken waardoor het glas van de TL-buis zou
kunnen breken met mogelijke verwonding van uzelf of
omstanders als gevolg.
3
• Laat de TL-buis na het gebruik een tijdje afkoelen
alvorens deze te vervangen. De buis is dan namelijk
nog heet en kan brandwonden veroorzaken.
Verwijder de schroeven van de lampkast.
Trek de lampkast eruit terwijl u lichtjes blijft drukken op
het bovenste gedeelte ervan, zoals afgebeeld.
Trek de TL-buis eruit en vervang deze door een nieuwe
originele Makita TL-buis.
Reinigen van de laserstraallens (Fig. 64 en 65)
Voor de modellen LS0714FL, LS0714L
Als de laserstraallens vuil is of met zaagsel is bedekt
zodat de laserlijn niet meer goed zichtbaar is, verwijder
dan de stekker uit het stopcontact en reinig de
laserstraallens voorzichtig met een bevochtigde, zachte
doek. Gebruik nooit oplosmiddelen of benzinehoudende
schoonmaakmiddelen op de lens.
Om de laserstraallens te verwijderen, verwijdert u eerst
het zaagblad volgens de aanwijzingen onder "Installeren
of verwijderen van het zaagblad" en daarna verwijdert u
de lens.
Draai met een schroevendraaier de bevestigingsschroef
van de lens los zonder de schroef te verwijderen.
Trek de lens eruit zoals afgebeeld.
OPMERKING:
• Als de lens niet eruit komt, draai dan de schroef iets
verder los zonder deze te verwijderen en probeer
opnieuw om de lens eruit te trekken.
Vervangen van de koolborstels (Fig. 66 en 67)
Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels.
Vervang de koolborstels wanneer deze tot aan de
limietmerkstreep versleten zijn. Houd de koolborstels
schoon zodat ze vlot in hun houders glijden. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik uitsluitend identieke koolborstels.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit,
schuif de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed
vast.
83