3. Installeren van de BC-controller
3.1. Controleren van de accessoires bij de
BC-controller
De volgende onderdelen worden geleverd bij elke BC-controller.
CMB-
M104V-J1(-TR)
M106V-J1(-TR)
M108V-J1(-TR)
M1012V-J1(-TR)
M1016V-J1(-TR)
Item
① Afvoerleiding
1
② Aantrekband
3
Ring voor
2 soorten
③
montage
(van elk 4)
3.2. Installeren van BC-controllers
Het aanbrengen van de ophangbouten
Installeer een stel plaatselijk aangeschafte ophangbouten (draadstang) volgens
de methode die staat aangegeven in het schema. De maat van de ophangbou-
ten is ø10 (schroef M10).
Maak voor het ophangen van de unit gebruik van een hefwerktuig om de unit op
te tillen en door de ophangbouten te leiden.
4. Het aansluiten van koel- en afvoerleidingen
4.1. Koelleidingen aansluiten
1. Verbind de vloeistoffen gasleidingen van elke binnenunit met dezelfde
(passend) genummerde eindaansluitpunten, zoals aangegeven op het
aansluitdeel voor de binnenunit van elke BC-controller. Als u de pijpen
aansluit op de verkeerde eindaansluitnummers, werkt het systeem niet naar
behoren.
2. Noteer de typen van de binnenunits op het naamplaatje op de bedienings-
doos van de BC-controller (ter identificatie), en noteer de eindaansluit- num-
mers van de BC-controller en de adresnummers op het naam- plaatje op de
zijkant van de binnenunit.
3. Als er meer poorten zijn dan aan te sluiten binnenunits, kunt u elke poort
gebruiken.
Sluit de ongebruikte eindaansluitpunten af met afsluitdoppen, net zoals ze
bij aflevering vanaf de fabriek waren afgesloten. Als u de afsluitdoppen niet
aanbrengt, zal er koudemiddel gaan lekken.
4. Bij gebruik van CMY-Y102S-G2, CMY-Y102L-G2, CMY-Y202S-G2,
CMY-R201S-G, CMY-R202S-G, CMY-R203S-G, CMY-R204S-G, of
CMY-R205S-G, moet u deze horizontaal aansluiten.
5. Maak een trompverbinding van de aansluitpoort voor de binnenunit; snij de
leiding daarvoor af op de snijplaats die overeenkomt met de capaciteit van
de binnenunit.
6. Beperking op installatie van de koppelleiding met 2 aftakkingen CMY-
R201/202/ 203/204/205S-G op de hogedrukleiding, lagedrukleiding en
vloeistofleiding.
Naar sub-BC-controller
A
Naar
hoofd-BC-controller
- Bij de koppelleiding met 2 aftakkingen bij de hogedrukleiding/lagedruklei-
ding/vloeistofleiding, moeten A en B waterpas worden gemonteerd en moet
C hoger zijn ten opzichte van het horizontale vlak van A en B.
Opmerking:
Verwijder oneffen randen na het snijden van de leiding om te voorkomen dat
deeltjes in de leiding terecht kunnen komen.
Controleer of het opgetrompte gedeelte van de leiding niet gebarsten is.
14
Modelnaam
CMB-
CMB-
CMB-
M108V-JA1(-TR)
P1016V-KA1(-TR)
M104V-KB1(-TR)
M1012V-JA1(-TR)
M108V-KB1(-TR)
M1016V-JA1(-TR)
Aantal
1
1
3
3
2 soorten
2 soorten
2 soorten
(van elk 4)
(van elk 4)
(van elk 4)
C
B
Naar
sub-BC-controller
[Fig. 3.2.1] (P.4)
Ⓐ
Moer (niet geleverd)
Ⓑ
Dubbele moer (niet geleverd)
Ⓒ
Ophangbout ø10 (schroef M10) (niet geleverd)
Ⓓ
Ring (met kussen) (meegeleverd)
* Bevestig het kussen naar onderen gericht.
Ⓔ
Minimum 30 mm
Ⓕ
Ring (zonder kussen) (meegeleverd)
► Maak daarbij gebruik van een waterpas. Als de bedieningseenheid niet
waterpas wordt geïnstalleerd, kan er afvoerlekkage ontstaan. Als de
bedieningseenheid scheef hangt of staat, draait u de bevestigingsmoe-
1
ren aan de ophangbeugels los en past u de stand ervan aan.
3
► Monteer de BC-controller 1,5° of minder omlaag gericht.
► Plaats de BC-controller niet direct op de vloer omdat de opvangbak
gekanteld moet worden opgesteld.
► Installeer de BC-controller met een ophanglengte tot 200 mm of korter.
[Fig. 3.2.2] (P.4)
Minder dan 1,5°
Ⓐ
Ⓑ
Afvoeraansluiting
Ⓒ
Gezien vanaf de voorzijde van het regelkastje
[Fig. 3.2.3] (P.4)
Ⓐ
Tot 200 mm
Ⓑ
BC-controller
Ⓒ
Plenum
Ⓓ
Plafond
Let op:
Zorg ervoor dat u de unit waterpas monteert.
[Fig. 4.1.1] (P.4)
Ⓐ
Aansluitpoort binnenunit
Ⓑ
Snijpunt : ø9,52 (vloeistofzijde) of ø15,88 (gaszijde)
(model binnenunit : groter dan P/M50)
Ⓒ
Snijpunt : ø6,35 (vloeistofzijde) of ø12,7 (gaszijde)
(model binnenunit : P/M50 of kleiner)
Snij de leiding af op het snijpunt
Ⓓ
Ⓔ
Tromp leiding op van aansluitpoort binnenunit
Ⓕ
Leiding ter plaatse
7. Gebruik zo nodig niet-oxiderend soldeersel. Als u geen niet-oxiderend
soldeersel gebruikt kunnen de leidingen verstopt raken.
Hardsoldeer onder een stikstofspoeling de aansluitpoort voor de binnenunit
voordat u de aansluitpoort voor de buitenunit van de BC-controller
hardsoldeert.
Wanneer u de aansluitpoort voor de binnenunit hardsoldeert, spoelt u
stikstof in de aansluitpoort voor de buitenunit van de BC-controller.
Wanneer u de aansluitpoort voor de buitenunit van de BC-controller
hardsoldeert, spoelt u stikstof in de leiding tussen de buitenunit en de
BC-controller.
8. Wanneer alle leidingen naar behoren zijn aangesloten, ondersteunt u de
buizen zodanig dat er geen gewicht rust of druk komt te staan op de
eindaansluitingen van de BC-controller (vooral belangrijk voor de gasbuizen
van de binnenunits).
9. Ondersteun de leidingen ter plaatse bij de BC-controller steeds om de 0,5
meter of op kortere afstand, en in andere gebieden om de 2 meter of op
kortere afstand. Ondersteun de leidingen zodat het bochtdeel goed vastzit.
Waarschuwing:
Wanneer u de airconditioner op een andere plaats installeert, dient u deze
alleen te vullen met dat koudemiddel (R410A of R32) dat vermeld staat op
de unit.
- Indien een andere koelstof wordt gebruikt of indien er lucht wordt gemengd
met de oorspronkelijke koelstof, kan er een storing optreden in de koelcyclus
en kan de unit beschadigd raken.
Let op:
• Maak voor de koelleidingen gebruik van naadloze buizen uit zuurstofvrij
roodkoper. Daarnaast moeten de binnen- en buitenkant van de leidingen
vrij zijn van zwavel, oxiden, vuil en stof, vijlsel, olie, vocht, of andere
verontreinigingen.
- R410A en R32 zijn koudemiddelen met hoge druk die de bestaande