Niet-gebruikte auto's en pitsstopplaatjes gaan weer in de speldoos.
auto's
Verloop van het spel
Jullie spelen kloksgewijs om de beurt. Wie het luidste motorgeluid
kan maken, mag beginnen en met beide dobbelstenen gooien.
Deze worp geldt voor alle spelers en iedereen kijkt dus goed:
Is jouw kleur geworpen?
•
Ja? Super!
Controleer aan welke pits jouw auto staat. Leg het passende
pitsstopplaatje uit je voorraad nu in de pits op het veld met
jouw kleur. Ligt er al een pitsstopplaatje? Dan leg je het nieuwe
er gewoon op.
Is jouw kleur met beide dobbelstenen geworpen? Dan mag je
zelfs twee passende pitsstopplaatjes leggen.
Als je maar één plaatje meer hebt, leg je dat in de pits.
•
Nee? Helaas, maar je hulphazen kunnen wel een pauze
gebruiken!
Op het einde van elke beurt controleert iedere speler of zijn
hulphazen klaar zijn.
12
Start
Liggen in de huidige pits drie van jouw pitsstopplaatjes?
Rij dan kloksgewijs met je auto op het circuit tot aan de volgende
pits.
Anna, die met de rode auto speelt, gooit geel en groen. De gele
auto van Tim staat in de pits om te tanken. Tim mag dus een pits-
stopplaatje met een jerrycan uit zijn voorraad in de pits leggen.
De groene auto van Lena staat in de pits voor reparaties. Lena mag
één van haar pitsstopplaatjes met gereedschap in de pits leggen.
Omdat bij de groene auto nu drie pitsstopplaatjes in de pits liggen,
mag deze naar de volgende pits tot naast de gele auto rijden.
Dan is de beurt voorbij en is het aan de volgende speler. Opnieuw
geldt: één speler gooit met de dobbelstenen, maar iedereen
speelt mee!
Speleinde
Het spel eindigt, wanneer de eerste auto de drie pitsstops heeft
afgerond en over de finish rijdt. Raasstad heeft zijn beste hulphazen
gevonden! Als tijdens de laatste beurt meerdere auto's over de finish
rijden, winnen deze spelers samen het spel.
13