Siemens OCI611 Serie Instrucciones De Montaje página 7

Ocultar thumbs Ver también para OCI611 Serie:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 11
nl
Nederlands
Montage
Vastleggen van de montageplaats
• In een droge ruimte
• Inbouwmogelijkheden
Schakelkast (front, montageplaat, op DIN-rail)
Regelpaneel
Lessenaarpaneel
• De toelaatbare omgevingstemperatuur is 0...50 °C
• Zorg voor goede toegankelijkheid voor onderhoud
Elektrische installatie
• Plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties dienen in
acht te worden genomen.
• De scheiding van de centrale van het AC 230 V-net dient
plaats te vinden met een van tekst voorziene, gemakkelijk toe-
gankelijke beveiliging met een uitschakelstroom van 10/16 A
• Toelaatbare leidinglengten:
LPB: zie de volgende documenten
Systeemgrondslagen
Projecteringsgrondslagen Apparatenblad CE1N2032
Systeemprojectering
RS-232: max. 15 m
Monteren
De centrale kan in een willekeurige positie met de volgende
bevestigingsmogelijkheden worden gemonteerd:
Wandmontage
1.
Apparaat tegen de wand houden en de bevestigingsgaten
aftekenen
2.
Gaten boren
3.
Apparaat vastschroeven
Aanwijzingen voor wandmontage:
Voor de montage met schroeven zijn vier gaten aanwezig.
De sokkel heeft verhoogde steunvlakken.
Schroeven: ∅ max. 3,5 mm. Zie voor boorplan hoofdstuk
«Maatschetsen»
Montage op DIN-rail
1. Rail aanbrengen
2. Apparaat plaatsen
3. Indien nodig, apparaat vastmaken (afhankelijk van railtype)
Siemens Building Technologies / Landis & Staefa Division
Apparatenblad CE1N2030
Basisdocumentatie CE1P2370
Aanwijzingen voor de railmontage:
De sokkel heeft een klikvoorziening voor montage op wandrail
(Type EN 50022-35 x 7,5) en kan met een schroevendraaier
worden losgeklikt.
Bedraden
1.
Aansluitklemmen bedraden:
boven: laagspanning
onder: netspanning
Een trekontlasting voor de leidingen naar de
2.
klemmen N en L (AC 230 V) is absoluut vereist:
3.
De kabels kunnen met behulp van kabelbinders aan de
hiervoor aanwezige lippen aan de sokkel van het huis wor-
den bevestigd
Klemafdekkingen
• Als er geen sprake is van beveiliging tegen aanra-
king (b.v. in ketelhuizen, tussenvloeren en –pla-
fonds): Montage altijd met klemafdekkingen
• Enkelvoudig geïsoleerde leidingen naar de klem-
men N en L (AC 230 V) dienen te worden voorzien
van een isolatieslang:
• Als er wel beveiliging tegen aanraking is (b.v. in
verdeel- of schakelkasten):
Montage zonder klemafdekking is toelaatbaar.
• De klemafdekking aan de netzijde moet met de twee
meegeleverde kabelbinders worden beveiligd.
74 319 0172 0
02.10.2000
7/18
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido