Dit wordt bereikt door veiligheidsprofielen te
gebruiken:
Gewicht deur
fabrikant
tot 400kg
tormatic
tot 400kg
tormatic
tot 400kg
ASO
tot 400kg
Gelbau
tot 400kg
Mayser
tot 200kg
ASO
tot 200kg
Bircher
tot 200kg
Gelbau
Andere te gebruiken profielen kunnen bij de
fabrikant worden besteld. Vanwege de in de
aandrijving geïntegreerde krachtbegrenzing mag de
hoofdsluitkant alleen van een passief rubberen
profiel (zonder analyse) worden voorzien.
Achterste sluitkant 16b
De veiligheidsafstanden zijn aangehouden als:
x meer bedraagt dan 500 mm of
y minder bedraagt dan 100 mm en X meer
bedraagt dan 200 mm.
Wanneer de veiligheidsafstanden niet kunnen
worden aangehouden, dan kan het bereik rond de
d e u r d o o r e e n v e i l i g h e i d s h e k o f v i a d e
krachtbegrenzing beschermd worden. Wanneer
krachtbegrenzing wordt toegepast, moet de
achterste sluitkant net als de hoofdsluitkant met
behulp van een veiligheidsprofiel worden beveiligd.
Bovendien moet het traject met vertraagde aanloop /
stop dienovereenkomstig langer worden gemaakt
(menu 8 waarde 3 of 5).
Nevensluitkanten 16c
Wanneer nevensluitkanten worden gevormd,
moeten deze met veiligheidsprofielen
Gewicht deur
fabrikant
tot 300kg
tormatic
tot 400kg
tormatic
Anderen profielen met een sluitweerstand van 8k2
worden uitgerust.
Veiligheidshek 16d
Wanneer de toegang tot de deur door hekken
beveiligd is, moet de maximale breedte van de
opening A op afstand X worden afgestemd.
Afstand
Omvang van de opening A
X < dan 120mm
< dan 18,5mm
X < dan 300mm
< dan 29mm
X < dan 500mm
< dan 44mm
X < dan 850mm
< dan 18,5mm
• H a n d l e i d i n g v o o r d e
bediening
Informatie met betrekking tot de bedrijfs-
handleiding
In deze handleiding wordt beschreven hoe er veilig
en deskundig met het product gewerkt kan worden.
De genoemde veiligheids- en overige instructies en
de voor de plaats van gebruik geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
algemene veiligheidsbepalingen dienen te worden
nageleefd.
Instrueer alle personen die gebruik
maken van de deur hoe ze deze correct
en veilig kunnen bedienen.
Handzenders horen niet in de handen
van kinderen thuis.
Bij gebruik van de aandrijving moet het
openen en sluiten bewaakt worden.
Er mogen zich geen personen of
voorwerpen in het schuifbereik van de
deur bevinden.
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
Bedrijfsmodussen
ITussen haakjes staat de bijbehorende instelling
voor menu 9.
type
35/ 50
Normaal bedrijf (0)
35/ 70
(op de fabriek ingestelde modus)
GE 365
De aandrijving van de schuifdeur kan door
003.10
impulsgevers als handzenders, sleuteltoetsen etc.
Gp50
worden geactiveerd. Er hoeft slechts een korte
GE 245
impuls te worden gegeven.
EPE36/45
Functieverloop:
016.10
Eerste impuls:
De aandrijving wordt gestart en brengt de deur in de
ingestelde eindpositie OPEN of DICHT.
Impuls tijdens de beweging:
De deur stopt.
Een nieuwe impuls:
De deur gaat in de andere richting bewegen.
Gedeeltelijk open
D o o r d e h a n d z e n d e r o f e e n a n d e r
bedieningsapparaat kan de deur in plaats van
geheel, slechts gedeeltelijk (ca. 1 m) worden
geopend.
Bedrijf OPEN – DICHT (1)
IIn dezelfde bedrijfsmodus als de eenrichting-
regeling blijft de ontvanger echter in de aandrijving
gestoken.
Functieverloop:
IImpuls in de positie DICHT:
De aandrijving start en brengt de deur in de positie
"Deur open".
Impuls tijdens het openen van de deur.
De deur gaat gewoon verder open zonder invloed.
type
IImpuls in de positie OPEN:
35/ 50
De deur gaat dicht.
35/ 70
IImpuls tijdens het sluiten van de deur:
De deur stopt en gaat weer open.
Bedrijf met eenrichting-regeling (1)
Het gebruik van een rood-groen stoplicht is alleen
mogelijk in combinatie met een extra besturing
A800. Het geven van een impuls zorgt er altijd voor
dat de deur geopend wordt. Na afloop van de groen-
en de oranjefase zal de deur automatisch weer
worden gesloten. Wanneer tijdens de groenfase
opnieuw een openingsimpuls wordt gegeven, zal de
groenfase verlengd worden.
Let op:
Er mag alleen tijdens groen door de deur
worden gereden.
Automatisch sluiten (2)
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de openingstijd
en de voorwaarschuwingsduur sluit de deur
automatisch.
Automatisch sluiten (3)
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de openingstijd
en de voorwaarschuwingsduur sluit de deur
a u t o m a t i s c h . Wa n n e e r d e f o t o c e l w o r d t
onderbroken, wordt de tijd dat de deur open is,
v o o r t i j d i g a f g e b r o k e n e n w o r d t d e
voorwaarschuwingstijd gestart.
Automatisch sluiten (4)
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de openingstijd
en de voorwaarschuwingsduur sluit de deur
automatisch. Wanneer er een impuls wordt
gegeven, wordt de tijd dat de deur open is, voortijdig
afgebroken en wordt de voorwaarschuwingstijd
gestart.
Functies van de veiligheidsinstallaties
Interne veiligheidsinstallatie
Wanneer de deur tijdens het sluiten op een obstakel
stoot, zal de aandrijving worden gestopt en wordt dit
object vrijgegeven doordat de deur weer wordt
geopend.Tijdens de laatste 2 seconden van de
sluitbeweging wordt de deur slechts een klein stuk
geopend om het obstakel te kunnen verwijderen.
Wanneer de deur tijdens het openen op een obstakel
stoot, zal de aandrijving worden gestopt. De
bewegingsrichting van de deur wordt gedurende ca.
1 seconde omgekeerd.
Fotocel
Wanneer een fotocel is geïnstalleerd en deze
onderbroken wordt, zal de deur tijdens het sluiten
gestopt worden en in de andere richting bewegen.
Tijdens het openen is een onderbreking van de
fotocel niet van invloed.
Signaleringslamp
Wanneer er een signaleringslamp voor het openen
en sluiten is geïnstalleerd, zal deze gaan knipperen
zodra er een startimpuls wordt gegeven. De
aandrijving zal al naar gelang de ingestelde
voorwaarschuwingstijd vertraagd starten. Wanneer
de lamp knippert, mag er niet door de opening van de
deur worden gereden.
Deblokkeren van de aandrijving
Ten behoeve van het instellen, ingeval van uitvallen
van de stroom of bij storingen kan de deur
gedeblokkeerd en met de hand bediend worden.
Open de afdekking met behulp van een
driekantsleutel en haal ze weg. Trek aan de
trekknop; in het display verschijnt het cijfer 8. De
deur kan nu met de hand geopend en gesloten
worden. Wanneer het bedrijf met de aandrijving
weer kan worden opgenomen, moet de hendel
geactiveerd worden, waarna de aandrijving weer
inklikt. Breng de afdekking weer aan en sluit deze
met behulp van de driekantsleutel.
Handzender
Programmeren van nog meer handzenders:
Zie de menuopties 1 en 2 (afbeeldingen 21 en 22).
Ve r v a n g e n v a n d e b a t t e r i j : s c h u i f h e t
batterijdekseltje van de handzender af. Haal de
batterij uit het zendertje. Breng een nieuwe batterij
(alkaline 23 A, 12 V) aan. Let daarbij op de polariteit!
Schuif vervolgens het dekseltje weer op de zender.
Lege batterijen horen bij het klein chemisch
afval!
• Onderhoud / controle
De deur dient vóór de eerste
inbedrijfstelling en steeds wanneer dat
nodig is – echter minstens één keer per
jaar – door een deskundig bedrijf te
worden gecontroleerd.
Bewaken van de krachtbegrenzing
De besturing van de aandrijving beschikt over een
veiligheidssysteem met 2 processors voor de
bewaking van de krachtbegrenzing. In iedere
e i n d p o s i t i e w o r d t d e g e ï n t e g r e e r d e
krachtuitschakeling automatisch getest. De
deurinstallatie dient vóór de inbedrijfstelling en
minstens één keer per jaar te worden gecontroleerd.
D a a r b i j d i e n t o o k e e n c o n t r o l e v a n d e
krachtbegrenzingsinstallatie (afbeelding
worden uitgevoerd!
Let op! Wanneer de sluitkracht te
sterk is ingesteld kan dit persoonlijk
letsel of materiële schade tot gevolg
hebben.
NL
17
20
) te