CONTROLELIJST INSTALLATIE – VOORBEREIDINGEN
Controleer de inhoud van de verpakking (afbeelding 1) en lees de
gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zie erop toe dat uw hekinstallatie
foutloos functioneert. Het hek moet gelijkmatig en stootvrij lopen, het
mag nergens blijven hangen. Denk eraan dat de ondergrond in de
winter enkele centimeters omhoog kan komen. Een stabiel hek met zo
weinig mogelijk speling is van belang om storende slingerbewegingen te
voorkomen. Hoe lichter de vleugel loopt, hoe gevoeliger de kracht kan
worden ingesteld.
Schrijf op, welk materiaal u nog nodig hebt en zorg ervoor dat alles
aanwezig is als u met de montage begint. Kleefanker (stabiele pluggen),
schroeven, aanslagen, kabels, verdeeldozen, gereedschap etc.
TYPEN HEKKEN
Het type hek (afbeelding 2) is bepalend voor de plaats waar de
aandrijving wordt gemonteerd. Als de aanslag van het hek zich op de
bodem bevindt, dient de aandrijving eveneens zo laag mogelijk worden
gemonteerd, zodat hij het hek niet kan verdraaien. Gebruik alleen delen
van het lijstwerk voor de bevestiging.
Bij stalen hekken dient het hekbeslag aan het hoofdlijstwerk te worden
bevestigd. Als het niet duidelijk is of de beschikbare drager voldoende
stabiel is, versterk deze dan.
Bij houten hekken moet het hekbeslag worden doorgeschroefd. Het is
raadzaam om aan de buitenkant een plaat te monteren, zodat de
bevestiging op termijn niet los kan raken. Dunne houten hekken moeten
eveneens worden verstevigd, omdat ze anders niet bestand zijn tegen
de belasting.
HEKSITUATIE
De opener is geschikt voor pilaardikten tot maximaal 30 centimeter. De
plaats op de pilaar is van invloed op de openingshoek en de positie van
de armen (Afb. 4).
De opener beschikt over een ingebouwde eindschakelaar voor OPEN
en DICHT. De openingshoek van de linkervleugel kan op een andere
waarde worden ingesteld dan die voor de rechtervleugel.
AANSLAGEN
EEN DRAAIEND HEK HEEFT EEN VASTE AANSLAG NODIG (IN HEK
OPEN EN HEK DICHT). Aanslagen ontzien de aandrijving, het hek en
de beslagen. Als er geen vaste eindaanslagen worden gebruikt,
beweegt het hek niet soepel, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan,
ontstaat voortijdige slijtage en verliest de garantie zijn geldigheid!
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Wij adviseren het gebruik van de besturing CB11.
N = Neutraal (blauw)
L1 = Open of DICHT (zo nodig moet er worden omgewisseld).
De kabels die van en naar de besturing gaan, moeten geschikt zijn voor
installatie in de openlucht en zonodig door installatiebuizen worden
geleid. 230 volt en laagspanning mogen niet door dezelfde kabel worden
geleid.
De kabels dienen over het algemeen minimaal de volgende
dwarsdoorsnede te hebben:
100-230Volt
1,5mm
2
of groterr
2
0-24Volt
0,5mm
of groter
OPENER OPENEN
Onder de spatwaterdichte afdekking van rubber bevindt zich het
ontgrendelingsslot voor de afdekking. Met behulp van de cilindersleutel
die zich in de toebehorenzak bevindt, kan de afdekking worden
verwijderd. Wanneer de kap van de opener moet worden gedemonteerd,
is een kruiskopschroevendraaier TYPE1 (klein) nodig. Na het
verwijderen van de 4 schroeven van de kap van de opener worden
verwijderd. Nu kan de opener van de bodemplaat worden losgeschroefd
(4x slotbouten) (Afb. 6-8).
OPENER ONTGRENDELEN VOOR HANDBEDIENING
Onder de spatwaterdichte afdekking van rubber bevindt zich het
ontgrendelingsslot voor de afdekking. Met behulp van de cilindersleutel
die zich in de toebehorenzak bevindt, kan de afdekking worden
verwijderd. De ontgrendelingssleutel die zich onder de kap bevindt,
wordt in de zijopeningen gestoken en circa 180 graden tot de aanslag
gedraaid. De opener is ontgrendeld. Om deze te vergrendelen, de
sleutel weer terugdraaien (Afb. 11).
Voorzichtig tijdens het ontgrendelen van de opener voor
handbediening (handmatig). De deurvleugel kan ongecontroleerd
bewegen, met name wanneer deze defect en uit balans is.
MONTAGE
1. Bevestig de arm aan de motor (afbeelding 5). Ontgrendel de
aandrijving door aan de bijgeleverde sleutel (zeskantsleutel) te
draaien (afbeelding 4+5).
2. Kies en markeer de montagehoogte op de pilaar (afbeelding 4).
3. Het hek dient op het montagepunt zeer stabiel te zijn (raam,
versteviging). Zorg voor dat de schroeven lang genoeg zijn voor een
stabiele montage. Controleer of de armen genoeg ruimte hebben om
hun werk te kunnen doen! Afbeelding 5.
4. Hebt u het juiste montagepunt gevonden? Bevestig dan de
aandrijving aan de pilaar en het hek. De aandrijving oefent grote
krachten op de pilaar uit. Een stalen pilaar geeft uit het oogpunt van
stabiliteit de minste problemen. Over het algemeen ontstaan
acceptabele montageafmetingen, wanneer de meegeleverde
scharnierplaat direct aan de pilaar wordt gelast wordt. Bij dikke
betonnen of stenen pilaren moet het scharnierende deel op een
steunplaat gelast worden, en wel zodanig dat de pluggen niet los
kunnen gaan. Zelfklevende schroefdraadpennen die spanningsvrij in
de steen of het beton worden vastgeplakt, lenen zich hiervoor beter
dan stalen of plastic pluggen. Op de pilaar moet naast de
scharnierplaat een waterdichte verdeelkast worden geplaatst. De
voedingskabel van de vleugelpoortaandrijving wordt hierin van
onderuit ingevoerd.
Voor de kabel zijn in de bodem meerdere uitgangen voorgestanst en deze
kunnen naar wens worden uitgebroken. Voor het uitbreken van de gaten
moet de opener op een stabiele ondergrond liggen, zodat de pvc-
bodemplaat van de opener niet breekt. Voor het uitbreken van de gaten
kan een kleine, platte schroevendraaier worden gebruikt, door van
binnenuit met open hand op de handgreep van de schroevendraaier te
kloppen. Dit eventueel op meerdere punten binnen de voorgemarkeerde
cirkel herhalen. Het voorgestanste gedeelte wordt er uitgebroken en de
meegeleverde trekontlasting kan worden gemonteerd. Is de pilaarplaat
gemonteerd, kan de opener worden gemonteerd. De openers kunnen links
of rechts worden gebruikt zonder dat deze moeten worden omgebouwd.
Hiervoor worden de 4 slotbouten weer van onderaf geplaatst en
vastgedraaid.
HEKBESLAG
Bij stalen hekken moeten de bevestigingen worden aangelast of
doorgeschroefd. Bij het doorschroeven moeten aan de achterkant grote
schijven of een plaat worden gebruikt. De kracht die de aandrijving op
deze verbinding overbrengt, is zeer groot.
Bij houten hekken moet de bevestiging worden doorgeschroefd. Hout
geeft onder belasting mee en de schroef raakt los. Onder belasting en
door de ontstaande beweging geeft het hout steeds verder mee tot het
hek op zeker moment niet meer goed sluit en moet worden gerepareerd.
De arm niet volledig gestrekt monteren (Afbeelding 4). De aandrijving
is zelfremmend. Het geheel dient gemonteerd te worden met een hoek
van ongeveer 90 graden. Wanneer de hoek groter wordt, is er aan de
zijkant weliswaar minder ruimte nodig, maar wel meer kracht. Bevestig
de aandrijving provisorisch (bv. met lijmschroeven, klemmen) en
controleer de hoeveelheid ruimte door het hek met de hand te openen.