c) zetten kap gesneden
Het kappen gesneden ten minste 50 mm boven de horizon-
tale inkeping vast te stellen, zoals weergegeven in figuur 9.
Het kappen gesneden loopt parallel aan de horizontale loop-
graaf. Het kappen gesneden zagen alleen zo diep dat zelfs
een steiger (Fällleiste haltes) die kunnen fungeren als een
scharnier. De loopbrug om te voorkomen dat de boom draait
en valt in de verkeerde richting. Zaag de brug kan niet slagen.
Bij het naderen van het kappen bezuinigen op de brug, moet
de boom beginnen te vallen. Als blijkt dat de boom niet kan
vallen in de gewenste richting of zurückneigt en klemmen de
zaag ketting om de kap te stoppen snijden en gebruikt voor
de opening van het snijden en aan de boom verschuiving in
de gewenste wiggen val lijn van hout, kunststof of aluminium.
Als de boom begint te vallen, verwijdert u de kettingzaag uit
de afgesneden, opslaan en laat de gevarenzone van de ge-
plande vluchtroute. Let op vallende takken en niet struikelen.
d) Van takken ontdoen
Dit wordt opgevat als het verwijderen van takken van de
gevelde boom. Bij het snoeien grote takken naar beneden
wijzen, laat de voet van de boom staan op het eerste.
Kleinere takken, volgens figuur 10, met een aparte sectie.
Takken, die onder spanning dient te worden gesneden
uit de bottom-up knijpen om te voorkomen dat de zaag.
e) de boomstam op lengte gesneden,
Dit wordt opgevat als de delen van de gevelde boom in secties.
Zorg ervoor dat u veilige toestand lhren en zelfs distributie lhres
lichaamsgewicht op beide voeten. Indien mogelijk, tot de stam
met takken, bars of wiggen worden gesteund en ondersteund.
Volg de eenvoudige instructies voor gemakkelijk zagen.
Wanneer de gehele lengte van de boomstam rust gelijkmatig,
zoals weergegeven in figuur 11, wordt gesneden van boven.
Wanneer de boomstam ligt aan de ene kant, zoals weerge-
geven in figuur 12, de eerste 1 / 3 van de diameter wortel,
gesneden uit de bodem, dan de rest van de top van het
bedrag van de backspin.
Wanneer de boomstam ligt aan beide einden, zoals weer-
gegeven in figuur 13, eerste 1/3desStammdurchmessers
gesneden uit de bovenkant, dan 2 / 3 van de basis op de
hoogte van het bovenste snijden.
Toen zagen op de helling zijn altijd boven de boomstam,
zoals weergegeven in figuur 14e Om het moment van
"zagen behouden" volledige controle van de druk tegen het
einde van de incisie, verminderen zonder het losdraaien
van de grip op de handvatten van de zaag. Zorg ervoor dat
de zaagketting niet de grond raken. Na voltooiing van het
kruispunt te wachten voor de impasse van de zaagketting
voor de kettingzaag van daar. Schakel de motor van de
kettingzaag voordat u overschakelt van boom tot boom.
9. Onderhoud en instandhouding
Voor alle onderhoud- en instandhoudingarbeiden
moet altijd de stekker uitgetrokken zijn.
• Reinigt U telkens na gebruik Uw kettingzaag van zaag-
sel en olie. Let U er bijzonder op, dat de luchtspleten
voor de motorkoeling in het omhulsel van de ketting-
zaag vrij zijn (gevaar van oververhitting).
33
• Bij sterke vervuiling van de zaagketting resp. verhar-
sing dient de ketting gedemonteerd en gereinigd te
worden. leg de ketting daartoe enkele uren in een bak
met kettingreiniger. Ketting daarna met schoon water
af-spoelen. Indien de ketting niet onmiddellijk weer ge-
bruikt wordt, deze met Service Spray of een gangbare
anticorrosiespray behandelen.
• Alleen bij gebruik van bio-kettingolie: Aangezien enkele bio-
oliesoorten na verloop van tijd de neiging hebben aan te
koeken, dient het olie-systeem voorafgaand aan langdurige
opslag van de kettingzaag doorgespoeld te worden. Vul daar-
toe kettingzaagreiniger tot de helft (ca. 100 ml) in de leeg-
getapte olietank en sluit deze op de normale wijze. Schakel
vervolgens de kettingzaag zonder zaagblad en ketting zolang
in, tot alle spoelvloeistof uit de olieopening van de kettingzaag
is gelopen. Voorafgaand aan hergebruik de kettingzaag altijd
weer met nieuwe olie vullen!
• De zaag niet in de open lucht of in vochtige ruimten bewaren.
• Controleert U na ieder gebruik alle delen van de ketting-
zaag op slijtage, in 't bijzonder ketting, zwaard en ketting-
aandrijvingswiel.
• Let U altijd op de juiste spanning van de zaagketting. Een
te los zittende ketting kan bij gebruik afspringen en verwon-
dingen veroorzaken. Bij beschadiging van de ketting moet
deze onmiddellijk worden vervangen. De minimumlengte
van de snijtanden moet tenminste 4 mm bedragen.
• Controleert U de motorcarter en de aansluitingskabel na ge-
bruik op beschadigingen. Bij sporen van een beschadiging
geeft U alstublieft Uw kettingzaag in een vakwerkplaats resp.
aan de werkservice.
• Controleert U bij ieder gebruik van Uw kettingzaag het
oliepeil en de smering. Ontbrekende smering leidt tot
beschadiging van ketting, zwaard en motor.
• Controleert U voor ieder gebruik van Uw kettingzaag
de scherpte van de ketting. Stompe kettingen leiden tot
oververhitting van de motor.
• Omdat voor het scherpen van een zaagketting enige
vakkenissen noodzakelijk zijn, raden wij aan, het na-
scherpen door een vakwerkplaats te laten uitvoeren.
10. Bij technische problemen
• Machine start niet: Stopcontact nazien of spanning
voorhanden is. Verlengingsleiding nazien op onder-bre-
king. Zou dit tot geen resultaat leiden, geeft U de ket-
tingzaag in een vakwerkplaats of aan de werkservice.
• Ketting draait niet: stand van de handschakelaar controle-
ren (zie afb. 7). Ketting draait alleen met ont-koppelde rem.
• Sterke vonkenontwikkeling aan de motor: Motor of
koolborstels zijn beschadigd. Geeft U Uw kettingzaag
in een vakwerkplaats of aan de werkservice.
• Olie vloeit niet: Controleert U het oliepeil. Reinigt U de
oliedoorstroomopeningen in het zwaard (zie tevens de
instructies in de secties service en onderhoud). Indien
dit geen resultaat heeft, geeft U Uw kettingzaag in een
vakwerkplaats of aan de werkservice.
Attentie! Verderne onderhouden reparatiearbei-
den als in deze gebruiksaanwijzing aangege-
ven, mogen alleen door geautoriseerde vaklie-
den resp. de werkservice uitgevoerd worden.
Let op: Wanneer het netsnoer van dit apparaat
beschadigd is, dan mag dit alleen door een