Parkeerhulp monteren
5
Parkeerhulp monteren
Zie afb. 7 tot afb. a
Aanvulling bij afb. 8
LET OP! Gevaar voor lakschade!
A
De omgevingstemperatuur mag bij het ponsen of boren niet
lager zijn dan 18 °C.
Wij adviseren het gebruik van het ponsgereedschap.
Let erop dat het ponsgereedschap bij het gebruik niet kantelt.
➤ Ontbraam de boorgaten.
➤ Schuin de boorgaten voor een betere pasnauwkeurigheid van onderen
aan de binnenkant van de bumper een beetje af. De sensorbehuizing kan
nu licht schuin naar onderen worden ingeschoven.
Aanvulling bij afb. 9
LET OP! Gevaar voor storing!
A
MWE820, 860: Houd er rekening mee dat de sensoren in een be-
paalde richting afgesteld moeten zijn. De bovenkant van de sensor
is met een ▲ gemarkeerd.
6
Parkeerhulp aansluiten
INSTRUCTIE
I
MWE820, 860: Bij sommige voertuigen functioneert het achter-
uitrijlicht alleen bij ingeschakeld contact. In dit geval moet u het
contact inschakelen om de plus- en massaleiding te bepalen.
MWE890: Als het snelheidssignaal op de besturingselektronica
is aangesloten, worden de sensoren bij een snelheid van meer
dan ca. 15 km/uur automatisch gedeactiveerd.
Zodra de snelheid onder ca. 15 km/uur daalt, worden de senso-
ren weer geactiveerd.
74
MWE820, 860, 890
NL