6.5 De gasfles ve vangen
1.
Draai de gastoever dicht en zet alle regelknoppen op OFF.
2.
Koppel de lege gasfles los en sluit de volle gasfles aa
3.
Controleer de gasfles, de slang en alle gasverbindingen o
lekken. Zie "7 Controleren op gaslekken".
Opgelet, bij het wisselen van de gasfles, moet dit altijd u
de buurt van elke ontstekingsbron uitgevoerd worden.
7
CONTROLEREN OP GASLEKKEN
7.1 Waarom controleren op gaslekken?
Propaan en butaan zijn zwaa der dan lucht. Dit betekent dat
deze gassen niet wegdrijven als e uit het toestel lekken. Met
name op windstille dagen kan het gas zich in geval van een
gaslek gaan opstapelen in en rond het toestel, en vervolgens
ontsteken en ontploffen
7.2 Wanneer controleren op gaslekken?
•
Voor het eerste gebruik of na een lange periode van
ongebruik.
Controleer of er geen gaslekken zijn als het oestel
gemonteerd werd door de leverancier.
•
Telkens wanneer u een gasonderdeel vervangt.
•
Minstens één keer per jaar, bij voor eur aan het begin van
het seizoen.
7.3 Veiligheidsinstructies
•
Plaats het toestel buitenshuis op een goed geventileerde
plaats. Zorg ervoor dat er geen vlammen of warmtebronnen
in de buurt van het toestel zijn
•
Gebruik nooit een aansteker of lucifer om te controleren op
gaslekken.
•
Rook niet en ontsteek de branders niet wanneer u
controleert op gaslekken.
7.4 Welke materialen heb ik nodig?
Om te controleren of er gaslekken zijn, hebt u het volgende
nodig:
•
Een testvloeistof. U kunt hiervoor een kant-en-klare lekspray
of een mengsel van water (50%) en afwasmiddel (50%)
gebruiken.
•
Het lektestgereedschap dat geleverd is bij het oestel. U
gebruikt dit gereedschap om de testvloeistof op te zuigen
en aan te brengen op de gasonderdelen of gasverbindingen
die u wilt controleren.
7.5 Controleren op gaslekken
U kunt controleren of er gaslekken zijn door op alle gasonde delen
en -verbindingen een testvloeistof aan te brengen. Als er grotere
bellen gevormd worden op een bepaald onderdeel of een
bepaalde verbinding, is er sprake van een gaslek:
Ga als volgt te werk om te controleren of er gaslekken zijn
1.
Zet het toestel buitenshuis.
2.
Neem uw lektestgereedschap en testvloeistof (lekspray of
water zeepmengsel).
3.
Open het deksel en zet alle regelknoppen op OFF.
4.
Zet de gastoevoer iets open. Draai hiervoor slechts één keer
aan het ventiel van de gasfles
5.
Zuig wat testvloeistof op met het lektestgereedschap en
breng het aan op de zone die u wilt controleren. De
volgende onderdelen moeten gecontroleerd worden:
•
De lasnaden van de gasfles (A
•
De slang (B)
•
De verbindingen tussen de gasfles en de druk egelaar
en tussen de drukregelaar en de slang (C)
•
De verbinding tussen de slang en het toestel (D)
De drukregelaar en koppeling van uw toestel kunnen
verschillen van de voorbeelden op de afbeeldingen.
6.
Ga als volgt te werk:
•
Als u een lek vaststelt, volgt u de instructies onder " In
geval van een gaslek".
•
Als er geen lekken zijn, d aait u de gastoevoer dicht,
spoelt u alle onderdelen grondig met water en droogt u
deze goed af.
21