Eerste Controles Vóór De Installatie - Tractel travflex 2 Manual De Instalación, De Utilización Y De Mantenimiento

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 42
rekening houden met de van toepassing zijnde normen
en grondregels en met deze handleiding als ook met
de installatiehandleiding van de levenslijn, van de
ankerpunten en van de ringflex ankerring, zowel met de
levenslijn als met de PBM's die erop gekoppeld moeten
worden. Deze handleiding moet dus aan de technicus
of aan het adviesbureau, belast met deze studie,
overhandigd worden.
Tractel
S.A.S staat voor u ter beschikking om deze
®
NL
voorafgaande studie uit te voeren, noodzakelijk
voor de installatie van uw platen, van uw levenslijn,
ankerpunten en uw ringflex ankerring, en voor de
studie van alle speciale travflex™ 2 installaties. Tractel
S.A.S kan ook de nodige PBM's tegen hoogtevallen
verschaffen en hulp verlenen bij alle installaties of bij al
uw installatieprojecten.
5.2. Eerste schikkingen voor de
installatie
De installateur en de bouwheer als deze niet de
installateur is, moeten deze handleiding en de
voorafgaande studie aanvragen en ervoor zorgen dat
deze alle onderstaande punten behandelt.
De studie moet voornamelijk rekening houden met
de reglementering en met de van toepassing zijnde
normen, zowel voor de PBM's als voor de levenslijnen,
ankerpunten en structurele verankeringen.
De installatie van de platen, van de levenslijn, van
de ankerpunten en van de ringflex ankerring moet
conform deze voorafgaande studie door de installateur
uitgevoerd worden. Bovendien moet deze voorafgegaan
worden door een visueel onderzoek van de site door de
installateur die moet controleren of de configuratie van
de site conform is zoals beschreven in de studie als
hij er zelf niet de auteur van is. De installateur moet
de nodige competentie hebben om de voorafgaande
studie conform de grondregels uit te voeren.
Vóór de uitvoering van de werken, moet de installateur
de werkplaats organiseren zodat de werken zonder
risico's uitgevoerd kunnen worden, vooral in functie van
de van toepassing zijnde arbeidsreglementeringen. Hij
moet hiervoor alle nodige collectieve en/of individuele
maatregelen treffen. Hij moet controleren of de te
monteren uitrusting conform is in aard en hoeveelheid
zoals in de voorafgaande studie beschreven.
5.3. Eerste controles vóór de installatie
1. De afstand tussen de platen over het volledige
traject van de levenslijn moet liggen tussen 5 en
15 m.
2. Alle beschikbare onderdelen moeten in voldoende
aantal aanwezig zijn om een met deze handleiding
conforme installatie te garanderen.
38
3. 1.
Het
gereedschap
bevestigingsplaten te installeren op stalen bakken
en sandwiches is beschikbaar en in het bijzonder:
• 1 boor schroefmachine (afb. 6, tek 1).
• 1 Opzetstuk voor schroef kop H van 8 (afb. 6,
tek. 2).
• 1 stalen boor diameter 8 mm (afb. 6, tek. 3).
• 1 wurgtang voor de klinknagels (afb. 6, tek. 4).
• 1 opzetstuk wurgtang voor klinknagel diameter
7.7 mm (afb. 6, tek. 5).
• 2 sleutels van 24 voor M16. (afb. 6, pos. 6).
2.
Het
gereedschap
bevestigingsplaten op bakken met staande naad te
®
installeren zijn beschikbaar en in het bijzonder:
• 1 schroevendraaierboor (afb. 7, pos. 1).
• 1 opzetstuk voor schroef met kop H van 8 (afb. 7,
pos. 2).
• 1 momentsleutel (afb. 7, pos 3).
• 1 opzetstuk voor schroef met kop H van 13 (afb. 7,
pos. 4).
• 1 opzetstuk voor schroef kop CHC van 8 (afb. 7,
pos. 5).
• 2 sleutels van 24 voor M16. (afb. 6, pos. 6).
4. De aanwezigheid en de leesbaarheid van de
markering op de plaat.
5. Of alle samenstellende onderdelen van de plaat
travflex™ 2 geen enkel symptomen van vervorming
en/of corrosie vertonen.
"GEVAAR": Als men tijdens deze controles
anomalieën vaststelt, moet het betreffende element van
de travflex™ 2 uit dienst genomen worden om het
gebruik ervan uit te sluiten en vervolgens door een
opgeleide en bevoegde persoon opnieuw in staat
gesteld worden.
5.4. Installatie van de platen
5.4.1. Algemeen
De travflex™ 2 platen voor tussenankers moeten
op intervallen begrepen tussen 5 en 15 meter
onderling en met de platen voor eind- en bochtankers
geplaatst worden. Als de travflex™ 2 levenslijn geen
tussenanker bevat, moet de afstand tussen de platen
voor eindankers onderling en voor de bochtankers ook
met intervallen van 5 en 15 meter geplaatst worden.
De platen van de levenslijn travflex™ 2 kunnen op
een horizontaal vlak geplaatst worden of hellend met
een hoek van maximaal 15° in verhouding tot het
horizontaal vlak, ofwel op een verticaal vlak (afb. 13).
Bovendien, bij de installatie op een horizontaal of
hellend vlak, moet de installateur de platen zodanig
plaatsen dat de kabel van de levenslijn travflex™ 2
niet met een hoek van meer dan 10° afbuigt in het
opstellingsplan bij de doorgang van een tussenanker
(afb. 13). Bij de installatie op een verticaal vlak, moet de
installateur de platen zodanig plaatsen dat de kabel van
dat
nodig
is
om
de
dat
nodig
is
om
de
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido