NEDERLANDS
Zorg ervoor dat er zich tijdens takelen, onttakelen en onderhoud geen ongewenste personen bevinden in
het gebied onder de installatieplaats.
Plaats het armatuur op een goed geventileerde plaats, uit de buurt van brandbare materialen en/of
vloeistoffen. Het armatuur moet op minstens 50 cm vanaf omringende muren worden bevestigd.
Het apparaat dient buiten het bereik van mensen en buiten de gebieden waar personen kunnen lopen of
zitten te worden geïnstalleerd.
Controleer voor het hijsen of de installatieplaats een minimale puntbelasting van 10 keer het gewicht van
het apparaat kan dragen.
Gebruik bij het installeren van het apparaat altijd een gecertificeerde veiligheidskabel die 12 keer het
gewicht van het apparaat kan dragen. Deze secundaire veiligheidsbevestiging dient op een zodanige wijze
te worden geïnstalleerd dat er geen enkel onderdeel van de installatie meer dan 20 cm kan vallen als de
hoofdbevestiging het begeeft.
Het apparaat dient goed te worden bevestigd; een vrij slingerende montage is gevaarlijk en mag niet
worden overwogen!
Bedek geen ventilatieopeningen, omdat dit tot oververhitting kan leiden.
De exploitant moet ervoor zorgen dat de veiligheidgerelateerde en machinetechnische installaties door
een deskundige zijn goedgekeurd voordat deze voor de eerste keer in gebruik worden genomen. De
installaties dienen jaarlijks door een vakman te worden geïnspecteerd, om er zeker van te zijn dat de
veiligheid nog steeds optimaal is.
ELECTRISCHE INSTALLATIE:
Belangrijk: De elektrische installatie dient alleen door gekwalificeerd personeel en in
overeenstemming met de voorschriften voor elektrische en mechanische veiligheid in uw land
te worden uitgevoerd.
Elektrische installatie voor 1 stand-alone toestel:
Sluit de voedingskabel aan. Het apparaat begint onmiddellijk te werken in de laatste geselecteerde
modus.
Zie het hoofdstuk "HOE IN TE STELLEN" om te leren hoe er kan worden gewisseld tussen de
verschillende bedrijfsmodi.
Elektrische installatie voor twee of meer apparaten in master/slave:
Sluit meerdere apparaten op elkaar aan met hoogwaardige gebalanceerde microfoonkabels. Het toestel
waarbij geen kabel is aangesloten op de DMX-ingang is de "master", de andere zijn de slave-apparaten.
Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
Zie het hoofdstuk "HOE IN TE STELLEN" voor meer informatie.
Klaar!
Elektrische installatie voor twee of meer apparaten in de DMX-modus:
JB SYSTEMS
®
22/48
GEBRUIKSAANWIJZING
SUPER ORION