FWECSA
"SMALL"-NETWERK OPLOSSINGEN
De
"SMALL"-netwerk
oplossingen
netwerksysteem MASTER/SLAVE waarin één van de
FWECSA besturingen de functie van MASTER vervult terwijl
alle andere FWECSA beturingen van het netwerk de functie
van SLAVE vervullen.
Er zijn twee mogelijke uitvoeringen, elk met verschillende
functionaliteiten en type verbinding:
• SMALL netwerk op RS485
• SMALL netwerk op DRAAGGOLVEN
SMALL NETWERK OP RS485
In dit geval gebeurt de verbinding via de bus RS485, die
bestaat uit een afgeschermde gegevenskabel, getwist met 2
geleiders (figuur 02).
Lees het document "RICHTLIJNEN VOOR
HET RS485 NETWERK" , beschikbaar in de
downloadzone van de Daikin website, voor
details over de bekabeling van het netwerk�
De MASTER-besturing stuurt de volgende instellingen naar
de SLAVE-besturingen:
• Werkwijze: (KOELING of VERWARMING);
• Status ON/OFF van de besturing: alle SLAVE-
besturingen passen zich aan de status ON/OFF van de
MASTER-besturing aan;
• Inschakeling van de controle van de minimale
omgevingstemperatuur;
• SET omgevingstemperatuur;
of (op basis van de parameter "Controle temperatuur via
MASTER" in het menu "Netwerken en verbindingen"):
• Limieten voor de wijziging van de SET van de
omgevingstemperatuur (zowel ZOMER als WINTER):
de variatie van de SET is op iedere SLAVE besturing
toegestaan met een delta van ± 2°C rond de waarde
van de ingestelde SET op de MASTER besturing.
Wat de status ON/OFF betreft, is op iedere SLAVE-besturing
het volgende toegestaan:
• Automatisch lokaal ON bij aanvraag door de functie
voor controle van de minimale temperatuur van de lucht
van de omgeving
• Automatisch lokaal ON/OFF volgens de uurbundels
FC66003946
Rev 00
Besturing voor terminals
vormen
een
GEBRUIKSHANDLEIDING
De reproductie van deze handleiding, ook gedeeltelijk, is streng verboden
wanneer die ingeschakeld zijn;
• OFF op SLAVE besturing via digitale ingang wanneer
deze ingeschakeld is.
Iedere SLAVE besturing behoudt autonomie in het beheer
van de snelheid van de ventilatie, in de activering van de
ECONOMY-functie en in de instelling van de waarde van de
SET (met de hierboven beschreven beperkingen).
Bij dit type netwerk is de aanwezigheid van een
monitoringnetwerk (Extern supervisiesysteem oplossing)
niet mogelijk omdat de seriële poorten RS485 van alle
besturingen (zowel de MASTER als de SLAVES) al bezet zijn
voor de uitvoering van het SMALL-netwerk.
Wanneer de bekabeling van het netwerk is uitgFWECSAerd,
moet iedere FWECSA besturing worden geconfigureerd. Druk
op de toets PRG om het MENU te openen en open daarna het
submenu "Netwerken en verbindingen" (password = 20).
Stel de SETUP RS485 parameters als volgt in:
• MST/SLV = "Master" instellen op de FWECSA besturing
die de MASTER van het netwerk vormt, "Lokale Slave"
instellen op alle FWECSA besturingen die de SLAVES
van het netwerk vormen.
• Protocol = "Modbus"
• Serieel adres = stel een waarde van 1 tot 255 alleen
op de SLAVE besturingen in.
• Snelheid = niet wijzigen (9600)
Laat de parameters SET-UP OC (MST/SLV = geen)
ongewijzigd.
SMALL NETWERK OP DRAAGGOLVEN
Met dit type configuratie kan men tot maximum 32
hydronische eenheden via één enkele gebruikersterminal
controleren.
De verbinding gebeurt via een bus OC, die bestaat uit een
afgeschermde gegevenskabel, getwist met 2 geleiders
(figuur 03).
In dit geval legt de MASTER besturing (moment per moment)
een identieke werking aan de werking van de MASTER
besturing op aan alle SLAVE besturingen die op het netwerk
zijn aangesloten. Op die manier heeft geen enkele SLAVE
besturing beslissingsautonomie en is bovendien niet
uitgerust met een eigen gebruikersterminal.
Er kunnen maximaal 32 SLAVE besturingen op dit type
NL
18